Het impresariaat Kox Vocaal behartigt de belangen tussen opdrachtgever en vocalist bij uw muzikale uitvoeringen.
Lenneke Ruiten
SopraanDe sopraan Lenneke Ruiten studeerde zang bij Maria Rondel en Meinard Kraak in Den Haag en opera aan de Bayerische Theaterakademie in München Daarnaast volgde zij lessen bij Elly Ameling, Robert Holl, Hans Hotter, Robert Tear en Walter Berry. In 2002 won Lenneke op het Internationaal Vocalisten Concours in ’s-Hertogenbosch vijf prijzen, waaronder de eerste prijs en de publieksprijs. Lenneke Ruiten debuteerde als Susanna in Le Nozze di Figaro in München. Bij de Nationale Reisopera zong ze Yniold in Pelleas et Mélisande en Ksenia in Boris Godunov. Op het Schleswig Holstein Musik Festival was ze Blondchen in Die Entführung; in het Amsterdamse Concertgebouw vertolkte zij de rol van Elisa in Il re pastore en Madame Herz in Der Schauspieldirektor. In 2008 maakte zij haar succesvolle debuut bij De Nederlandse Opera als Falke en Hüter der Schwelle in Richard Strauss’ Die Frau ohne Schatten en tijdens het Holland Festival in 2009 zong zij, eveneens bij DNO de rol van Gabriel op de wereldpremière van Rob Zuidams opera Adam in Ballingschap. In 2009 maakte zij haar debuut op het Festival de Beaune als Despina in Cosí fan tutte, met Le Cercle de l’Harmonie o.l.v. Jérémy Rhorer, en als Armida in Rinaldo met de Accademia Bizantina o.l.v. Ottavio Dantone. In 2010 maakte zij haar debuut als Pamina in Die Zauberflöte bij Opéra de Lausanne, waar zij in 2011 zal terugkeren als Almira in Rinaldo van Händel.
Ook op het concertpodium is Lenneke een veelgevraagd soliste. Zij trad op met onder meer het RTÉ National Symphony Orchestra, Concertgebouw Kamerorkest, Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunks, Münchener Bach-Chor, het Dresdener Barockorchester en de NDR-Radiophiharmonie. En zij werkte samen met dirigenten als Frans Brüggen, Alessandro de Marchi, Arnold Östman en Ed Spanjaard, en trad op in de grote zalen in Europa. Behalve voor het opera- en concertvak koestert Lenneke Ruiten een grote liefde voor het lied. Daarin werkt zij samen met de pianisten Thom Janssen en Rudolf Jansen. Haar in 2005 verschenen cd ‘Mélodies Françaises’ werd buitengewoon goed ontvangen. In 2010 verscheen haar cd met Concertaria’s en het Exsultate Jubilate van Mozart, met het Concertgebouw Kamerorkest o.l.v. Ed Spanjaard (PentaTone).
Toekomstige projecten: Bachs Hohe Messe met John Eliot Gardiner in Dortmund, Frankfurt, La Coruña, Leipzig, Aldeburgh, Brightion Festival en het Spring festival Prague;
Bach solocantates met John Eliot Gardiner tijdens het Schleswig-Holstein Festival; concerten in o.a. Wigmore Hall London, Concertgebouw Amsterdam, Rome, Hamburg, Warschau en München.
Dave Ten Kate
Counter-tenor/AltusCountertenor Dave ten Kate werd geboren in Nederland en begon op zeer jonge leeftijd met zingen als sopraan in het Haags Matrozen Koor. Hier kreeg hij zijn eerste zanglessen van Gregor Bak en Sipke de Jong. Na de middelbare school zette hij zijn studie door aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Rita Dams en Wout Oosterkamp, waarna hij een aantal jaren les had van Marjan Kuiper.
Mogelijk gemaakt door de VandenEnde Foundation, volgde Dave lessen van Martha Sharp, Johannes Effertz-Wolf, Monika Lentz en Adriaan de Wit aan het Mozarteum in Salzburg. Hier werd al snel duidelijk dat zijn stem zeer veel mogelijkheden had.
Aan het begin van zijn carrière werd Dave geselecteerd voor een Masterclass, gegeven door de beroemde countertenor Michael Chance. Zijn participatie werd uitgezonden tijdens het tv programma ‘Masterclass’ van Sonja Barend. Ook Michael Chance sprak van een groot talent en voorspelde een internationale carrière.
Dave ten Kate is een veel gevraagd solist voor oratorium- en barokconcerten. Op zijn repertoire staan onder meer de Matthäus Passion en het Weinachts Oratorium van Bach, Theodora en Judas Maccabaeus van Händel. Hij zingt ook in opera’s van o.a. Händel, Gluck, Mozart, Purcell en Monteverdi. Daarnaast wordt hij gevraagd door moderne componisten en zingt hij muziekstukken van o.a. Bernstein: Chichester Psalms en songs van Sondheim.
“Tot de belangrijkste muzikale ontdekkingen in ons land behoort stellig die van Dave ten Kate. Aan de hand van bijvoorbeeld zijn aandeel (altpartij) in de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach blijkt zonneklaar dat we hier met een vocalist van doen hebben die een ongekend hoog technisch niveau moeiteloos weet te paren aan een diep emotioneel , muzikaal engagement. Daarbij valt het karakter van zijn stem op door een soms naar een zilverkleurige lichtheid neigende glans en een rimpelloze egaliteit. De stem als zodanig ‘zit’ weldadig ruim, zodat ongeacht het register waarin wordt geopereerd, onafgebroken van een aangename souplesse sprake is. Na René Jacobs, Michael Chance en Andreas Scholl lijkt er, zoveel is duidelijk, een nieuwe ster aan het ‘stimmliche’ firmament te zijn verschenen. Een musicus, zoveel is nu al duidelijk, van wie de wereld tot in lengte van vele jaren nog heel veel zal gaan horen” (Musicoloog en journalist Maarten Brandt)
Zijn veelzijdigheid komt ook in muziektheater naar voren, waarin zijn passie en talent voor zowel zingen als acteren perfect tot uiting komt. Hij beweegt zich dan ook in de theaterwereld om deze gecombineerde kunstvorm met verve uit te oefenen. Dave wordt regelmatig gevraagd om live muziek te verzorgen bij ballet gezelschappen (o.a. Het Nationale Ballet) en filmmuziek in te zingen.
Samen met diverse pianisten en andere instrumentalisten geeft hij recitals, waarin hij kleurrijke programma’s ten gehore brengt, die uitgaan van een gevarieerd spectrum aan muzikale stromingen. Zijn concerten worden omschreven als “een lust voor het oor en hart”!
Dave ten Kate houdt zich intensief bezig met het castratenrepertoire, een gebied waarbij zowel technisch als muzikaal een hoog niveau vereist is. Eigenschappen die ruimschoots vertegenwoordigd zijn in zijn stem. Ongeacht het register waarin wordt geopereerd, met name in de hoogte, is er sprake van een onafgebroken, aangename souplesse. Zijn liefde voor de opera is erkend en herkend, en daar zijn stem beschikt over zoveel kleur en hoogte wordt hij in vele landen gevraagd om zijn medewerking te verlenen.
Een aantal nieuwe partijen en rollen staan gepland, waaronder de titelrol in Orfeo ed Euridice van Gluck, Cherubino in Le nozze di Figaro van Mozart en Sesto uit Giulio Cesare van Händel.
Nanette Mans
SopraanSopraan Nanette Mans (2000) studeerde Klassiek Zang bij bariton Henk Neven op Codarts. Ze is vaak als solist te horen in onder andere de Matthäus Passion en Johannes Passion van Bach, de Messiah van Händel, het Gloria en Magnificat van Vivaldi, Psalm 42 van Mendelssohn en vele cantates.
Ook in de kamermuziek is Nanette erg actief. Zo vormt ze sinds 2018 een sopraan-orgelduo met organist Gerben Budding, sinds 2019 een liedduo met pianist Mieke Verduijn en werkt ze regelmatig samen met andere musici.
Als solist ontving Nanette masterclasses van Margreet Honig, Christianne Stotijn, Sophie Karthäuser en Charlotte Margiono. Daarnaast volgde ze samen met pianist Mieke Verduijn de Udo Reinemann International Masterclasses in Brussel.
Haar passie voor zingen ontstond bij ensemblezang, waardoor Nanette veel ervaring heeft op dit gebied en ze vaak in ensembleverband te horen is. Momenteel zingt ze bij Vocaal Ensemble Piacevole (Gerben Budding), gespecialiseerd in oude muziek, de Cantors Martini (Remco de Graas en het Ars Musica Kamerkoor (Patrick van der Linden).
Contact formulier
Merel van Geest
SopraanMerel van Geest heeft haar Masterdiploma klassiek behaald aan het Koninklijk Conservatorium, naast haar studie geschiedenis aan de Universiteit van Leiden. Tevens heeft ze haar tweede Master in Music for New Audiences en Innovative Practice, afgesloten, een internationaal samenwerkingsverband tussen verschillende conservatoria. Momenteel wordt zij gecoacht door Eva Maria Westbroek en Gerda van Zelm.
In haar carrière heeft ze zich al van vele kanten laten horen.
In het oratorium is Merel een veelgevraagd soliste, vooral in het barokke genre. Vele passies en cantates van Bach en Händel staan elk jaar op het programma. Maar ook Mendelssohn, Rossini, Poulenc en Rutter zijn veel gehoorde componisten in haar repertoire. Afgelopen seizoen zong Merel twee wereldpremières en maakte ze ook haar solodebuut in het Concertgebouw, daarnaast soleerde ze in de Eftelingshow met het Metropole Orkest.
Ook in de opera zong ze de hoofdrol in Iphigenie en Aulide van Gluck, alswel Feres in de nieuwe opera “De kinderen van Medea”. Ook zong ze de rol van Laetitia in the ‘Old maid and the Thief’ van Menotti en Grietje uit Hans en Grietje van Humperdinck. Haar laatste rollen waren Lucy uit The Telephone van Menotti en Suzanna uit Le nozze di Figaro en suor Genoffieva in Suor Angelica van Puccini.
Haar repertoire kenmerkt zich door grote diversiteit. Merel is een all-round zangeres die zowel lied, opera en oratorium met veel liefde aan haar publiek brengt. Ze geniet daarnaast van het koorzingen bij Ton Koopman bij Pa’dam en het Nederlands Kamerkoor.
Naast haar muzikale activiteiten is Merel zich gaan ontwikkelen als projectmanager. Zo werd ze in 2011 benoemd tot Haags toptalent. Hieruit is de Stichting ‘Haagse Passie’ ontstaan. Binnen deze stichting worden projecten gerealiseerd ter bevordering van de verspreiding van klassieke muziek. De Stichting Haagse Passie heeft als doel het organiseren van projecten in en om Den Haag op het gebied van klassieke muziek, waarbij vooral wordt gekeken naar de vraag vanuit de samenleving.
Martina Prins
SopraanDe Nederlandse sopraan Martina Prins studeerde zang aan de Dutch National Opera Academy in Den Haag bij Alexander Oliver, Maria Acda–Maas en Diane Forlano. Martina bezocht verder Masterclasses van Peter Berné, Harry Peeters, Dale Duesing, Gemma Visser, Tina Ruta, Anthony Legge, Graham Clarke, Rita Cullis, Ira Siff, Ks Brigitte Fassbaender en Professor Dennis M. Heath. In 2003 won zij een Stipendium van de Bayreuther Festspiele en werd haar ook een stipendium toegekend voor buitenlandse studie, uit het gerenommeerde Threes Orri Fonds, onderdeel van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Martina is succesvol onderweg in lied-, oratorium- en concertuitvoeringen, met b.v. Wagner’s Wesendonckliedern, Ravel’s Shéhérazade en Mahler’s 2de Symphonie. Haar debuut in het Requiem van Verdi werd zeer enthousiast in de pers ontvangen. Daarnaast ontwikkelde zij samen met pianiste Mirsa Adami in de afgelopen jaren een specialistisch liedrepertoire waarin de nadruk ligt op laat 19de en vroeg 20e eeuws repertoire met o.a. Chausson, Schindler-Mahler, Berg, Schönberg en Poulenc.
Martina’s grote passie betreft opera, waarvoor zij regelmatig wordt geëngageerd. Zij vertolkte tot nu toe een zeer gedifferentieerd repertoire met partijen als Donna Anna (Don Giovanni – Mozart), Lady Billows (Albert Herring – Britten), Moglie dell’Orco (Pollicino – HW Henze), Zuidenwind (Roep van de Kinkhoorn – Visman – uitgekomen op CD 2004), Ismène en Pretrèsse (Alcione – Marin Marais), Waarzegster en Moeder Overste (Engel van Vuur – Prokofiev) en Mutter en Knusperhexe (Hänsel&Gretel – Humperdinck), waarbij ze samenwerkte met regisseurs en dirigenten als Philipp Harnoncourt, Robert Carson, Miranda Lakerveld, Paul McCreesh, Erki Pekh, Michel Tabachnik, Lorenz Duftschmidt, Marino Formenti, Gijs Leenaars en Kenneth Montgomery.
In de afgelopen seizoenen wist zij Judith (Blauwbaard’s Burgt – Bartok – De Doelen Rotterdam), Rosalinde (Fledermaus – J. Strauß), en enkele weloverwogen Wagner partijen aan haar repertoire toe te voegen. Zo vertolkte zij de Sieglinde onder leiding van Jac van Steen, en was zij cover voor Isolde voor de Tristan&Isolde van de Tiroler Festspiele onder leiding van Gustav Kuhn. Recentelijk was Martina de liefdesgodin Freia in het veelbesproken ‘Rheingold op de Rijn’-project, waarbij een tot theater omgebouwde rijnaak een uitverkochte tournee langs verschillende Rijnsteden maakte. In dat zelfde seizoen was zij ook Walküre-zuster Ortlinde bij De Nederlandse Opera, in de befaamde Ring des Nibelungen van Pierre Audi onder leiding van Hartmut Haenchen.
In het jaar 2015 viel Martina de grote eer te beurt mee te mogen werken aan de officiële 70-ste 4 mei herdenking. Zij vertolkte de sopraansolo van de zelden uitgevoerde Anne Frank Cantate ‘A Child of Light’ van Hans Kox uit 1984, in het Concertgebouw door het NedPho olv Antony Hermus Voor het grote Verdi-Wagner Gala-programma van het Brandenburgisches Staatsorchester oogstte zij lof voor haar mooie legato.
In 2017 ging Martina op tournee met Dr Miracle’s Last Illusion – een goed ontvangen productie van Opera2Day, waarin zij de LadyMcBeth van Verdi ten gehore brengt. Dit seizoen vertolkte zij met verve de rol van Gertrude in de productie Hamlet bij Opera2Day.