Bert Van De Wetering

Bas-bariton Bert van de Wetering behaalde in 2007 zijn diploma aan het conservatorium te Zwolle bij Lodewijk Meeuwsen. Tijdens zijn studie volgde hij ook lessen bij Max van Egmond. Na zijn conservatoriumstudie volgde Bert lessen bij oa Frans Fiselier, Raymond Modesti, Paul Triepels en Hanneke de Wit. Momenteel wordt hij gecoacht door Margreet Honig. Masterclasses volgde Bert bij Roberta Alexander, Michael Chance, Rudolf Jansen, Jard van Nes en David Wilson Johnson.

Bert is vooral te horen in oratoriumwerken zoals alle grote werken van Bach, The Messiah van Händel het Requiem van Brahms, Fauré en Mozart en Verdi, de Schöpfung, Jahreszeiten en verschillende missen van Haydn, de 9^e symfonie van Beethovenm, de Petite Messe Solennelle en het Stabat Mater van Rossini, de Messa di Gloria van Puccini en het Stabat Mater van Dvoràk.

Bert zong met orkesten als Het Gelders Orkest, Philharmonie Zuid-Nederland, het Nederlands Symfonieorkest, Concerto d’Amsterdam en Florilegium Musicum.

Op operagebied vertolkte Bert de rol van ‘Aeneas’ in Purcell’s opera ‘Dido and Aeneas’, zong hij Papageno in Mozart’s ‘Zauberflöte’ en Figaro in ‘Le nozze di Figaro’ olv Tilo Lehmann. In het collectief ‘Vliegwiel’ werkte Bert samen met Brigitte van Hagen (sopraan), Sara Klein Horsman (mezzosopraan) en Anouk de Jong (piano) in twee theaterproducties: ‘Schuim’ en ‘As’. Zij stonden met deze productie in vele theaters in Nederland en ook op festivals.

Onlangs zong hij de rol van Orfeus (G.F. Telemann) in een bijzondere productie van Opera Minora: Orfeus in de Maastunnel.

Met zijn broer Geerten, organist van de Kloosterkerk te Den Haag, is hij al enige jaren een vast duo en verzorgt hij regelmatig concerten.

Frans Fiselier

Frans Fiselier studeerde af aan het Sweelinck conservatorium bij Cora Canne Meyer en zette zijn studie voort bij William Murray te Berlijn. In 1984 won hij drie prijzen op het internationaal vocalistenconcours Den Bosch,(categorie lied) en in 1986 ontving hij de Toonkunst-jubileumprijs,waarna hij een veelgevraagd solist werd bij vele opera- en oratoriumgezelschappen in Nederland.

Zo gaf hij concerten met het Orkest van het Oosten, het Residentieorkest,Limburgs Symphonieorkest, het Brabants orkest, en met het Noord Nederlands Orkest.Tevens werkt hij regelmatig mee met het Combattimento Consort onder leiding van Jan Willem de Vriend.

Frans Fiselier maakte deel uit van de studio van de Nederlandse opera en zong daarna in diverse producties van de Nederlandse opera (Il barbiere di Seviglia, Die glückliche Hand) Opera Forum, (the rape of Lucretia,Tosca) La Monnaie te Brussel (Un Ballo , Don Carlos) De Vlaamse Opera (Rigoletto,Le grand Macabre,La Fanciulla del west, Werther) het Onafhankelijk Toneel te Rotterdam (Cosi fan Tutte, L’incoronazione di Poppea,Rodelinda) , en bij de Nationale reisopera.(Plathee) Tevens zong hij in moderne opera’s van o.a. Klaas de Vries, Bernard van Beurden, Kees Olthuis en Martijn Padding.

In oktober 2003 zong Frans Fiselier de rol van zwarte minister in Le Grand Macabre( Ligeti) bij het B.B.C symphony orchestra te Londen, en in februari 2004 volgde de rol van Eomolpus in Satyricon (Maderna) bij de opera van Nancy.

In 2004 zong hij in een speciale bewerking vier rollen in Mozart’s Le Nozze di Figaro met het Nederlands blazersensemble. Eveneens met het Nederlands Blazersensemble zong hij in 2008 in een tot kameropera bewerkte versie van Rossini’s “Il turco in Italia”. In 2005 was hij te gast bij het Gelders orkest als Guglielmo in Cosi fan tutte, en in 2008 als Leporello in Don Giovanni, in 2009 als Baron Zeta in die Lustige Witwe, alle o.l.v. Martin Sieghart. Bij de Nederlandse opera was Frans Fiselier in 2011 opnieuw te gast in de productie Billy Budd ( Britten) en o.lv Rene Jacobs in Plathee van Rameau.

In 2012 vertolkte hij wederom de rol van Figaro in Le Nozze maar nu in het StadtTheater Baden bei Wien waar hij in 2017 weer te gast zal zijn.

Tot zijn repertoire behoren o.a. Papageno,(die Zauberflöte) Figaro, il conte (Le Nozze di Figaro) Don Alfonso, Guglielmo (Cosi fan tutte) Junius (Lucretia)Malatesta, (Don Pasquale)Belcore (L’elisir D’amore) Garibaldo (Rodelinda) Falke (Die Fledermaus).

Het oratoriumrepertoire van Frans Fiselier omvat vele componisten en vele stijlperiodes,(o.a.Bach’s passionen, Händel’s Messiah, Mozart’s Requiem, Mendelssohn Elias, Verdi Requiem).

Ook gaf hij vele liederen-recitals in binnen- en buitenland (o.a. voor de vereniging Vrienden van het lied). Bij de Nederlandse omroepverenigingen is hij regelmatig te horen.

Sinds 2015 maakt hij deel uit van het ensemble Taralli .. een groep van 4 zangers die opera repertoire op een speelse manier bij een breed publiek brengt

Vanaf 2012 is Frans Fiselier als hoofdvakdocent zang verbonden aan het Koninklijk conservatorium te Den Haag

Hubert Claessens

Met de aantekening ‘cum laude’ beëindigde Hubert Claessens in 1986 zijn studies zang, dramatische kunst en saxofoon aan het Conservatorium van Maastricht. Twee jaar later behaalde hij de derde plaats tijdens de eerste editie van het Koningin Elisabeth Concours te Brussel en kreeg hij een speciale onderscheiding voor lied interpretatie. In 1984 debuteerde hij bij De Nederlandse Opera met een rol in I Vespri Siciliani van Verdi, in een productie onder leiding van Edo de Waart. Ook bij de Nationale Reisopera is Hubert Claessens regelmatig te gast. Zo was hij onlangs te beluisteren in een productie van Monteverdi’s Orfeo in de regie van Erik Vos.

Zowel in de wereld van de oude muziek als ook die van de eigentijdse muziek heeft Hubert Claessens zich een bijzondere naam verworven. Hij heeft gewerkt met dirigenten als Nicholas McGegan, Roy Goodman, Sigiswald Kuijken, Jean-Claude Malgoire, maar ook met dirigenten zoals Tennstedt in bijvoorbeeld Schoenbergs A Survivor of Warsaw. Behalve opera zingt Hubert Claessens regelmatig op het concertpodium.

Zijn oratorium- en concertrepertoire is bijzonder omvangrijk en strekt zich uit van Schütz tot Penderecki. Uitnodigingen voor Bach’s Matthäus- en Johannes Passion, Händels Messiah, Brahms’ Ein Deutsches Requiem en de requiems van Fauré en Verdi voerden hem niet alleen naar de belangrijkste Europese podia, maar ook naar Rusland, Japan en de Verenigde Staten. Hubert Claessens was te horen met het Radio Kamerorkest in Telemann’s Der Tod Jesu bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, bij het Onafhankelijk Toneel in John Adam’s The Death of Klinghofer en met het Orkest van de 18e Eeuw in Rameau’s Les Indes Galantes. Daarnaast zong Hubert Claessens Nick Shadow in Strawinsky’s The Rakes Progress in Zwitserland, en de Nelson Mis van Haydn met la Petite Bande o.l.v. Sigiswald Kuijken. Tevens heeft Hubert Claessens Händels Lothario o.l.v. Paul Goodwin op CD gezet.

Afgelopen seizoenen was Hubert Claessens te horen in onder meer bij de Vlaamse Opera, als Trufaldino in Ariadne auf Naxos van Richard Strauss, als Sarastro in Mozart’s Die Zauberflöte, en in de productie van de RAI (Amsterdam). Ook deed hij concerten met het Noord Nederlands Orkest (Dybbuk van Bernstein) en de opera De zwarte met het witte hart (Onafhankelijk Toneel, opera naar het bekende boek van Arthur Japin). Verder gaf hij met Il Fondamento concerten in o.a. Spanje, Parijs en Zwitserland, maakte hij een tournee door Japan met de opera Don Giovanni (Leporello) o.l.v. Christian Polack, de Vespers van Monteverdi, concerten met L’Arpeggiata in Spanje, België en Frankrijk. Tevens was hij betrokken bij het Onafhankelijk Toneel met Le vin herbe en operaproductie Le Guru (in Nice) van Laurent Petitgirard waarin hij de rol Guru vertolkte.

Recente engagementen waren ondermeer bij de Nederlandse Opera zoals in de wereldpremiere van “Legende” van Peter Jan Wagemans, de Matinee op zaterdag in de wereldpremieres “Andreas weent” van Peter-Jan Wagemans en “The Rise of Spinoza” van Theo Loevendi, het Orkest van de 18e Eeuw ter gelegenheid van het laatste Concert van wijlen Frans Brueggen. Bij de eerste Mattheus Passion die Reinbert de Leeuw dirigeerde met het LSO. En in een spetterende productie van Medee bij Opera2day. Verder lanceerde Deutsch Harmonia Mundi de Lukas Passion van CPE Bach, de 25 ste CD opname waaraan Huub als solist deelneemt.

Joost Schouten

Joris van Baar

Bas-bariton Joris van Baar (1996) wordt geprezen om zijn vertolkingen in repertoire van oude muziek tot de 21e eeuw. Over zijn Christus (Matthäus-Passion) schreef Dagblad van het Noorden: “het was de vleesgeworden kwetsbaarheid”.
Hij beleefde recent zijn roldebuut als Hobson (Peter Grimes) en Figaro (Le Nozze di Figaro). Eerdere rollen zijn Aeneas (Dido & Aeneas), Lorenzo (I Capuleti e i Montecchi) en Publio in (La Clemenza di Tito). Bij Holland Opera maakte hij deel uit van het openluchtspektakel King Lear (G. Verdi & F. Merkies) en in de zomer van 2022 Divorce of Figaro (W.A. Mozart & N. Idelenburg).
Als liedzanger was hij te horen bij Internationaal Kamermuziekfestival Schiermonnikoog, Jonge Grote Zangers en op radio en televisie bij Opium, NTR Podium en Podium Witteman. Hij verdiept zich verder in het genre door masterclasses met Dr. Bretton Brown, Jeff Cohen, Simon Keenlyside, Bejun Mehta, Jard van Nes en met Thomas Quasthoff in het Concertgebouw, Amsterdam. Hoogtepunten in zijn oratorium-repertoire zijn een door Dame Emma Kirkby begeleide uitvoering van Messiah (G.F. Handel), een volledig geënsceneerde Johannes-Passion (J.S. Bach) en de oorspronkelijke kamerorkestversie van het Requiem (G. Fauré).
Hij begon zijn studie in Tilburg, richting muziektheater. Daarna studeerde hij verder aan het Conservatorium van Amsterdam, waar hij in 2021 zijn masterdiploma met onderscheiding behaalde.

Marc Pantus

Bas-bariton Marc Pantus studeerde aan het Utrechts Conservatorium en het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij respectievelijk Udo Reinemann en Meinard Kraak, en aan het Steans Institute for Young Artists in Chicago (VS). Daar had hij les van onder anderen Thomas Allen, Christa Ludwig, Barbara Bonney, Elisabeth Söderström en Roger Vignoles. Op dit moment wordt hij gecoached door Margreet Honig.

Hij soleerde onder andere met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Schönberg Ensemble, het ASKO Ensemble, het Gelders Orkest, het Noord-Nederlands Orkest, het Utrechts Barok Consort, de Nederlandse Bachvereniging, The Royal Philharmonic Orchestra en de Bochumer Symphoniker, onder leiding van dirigenten als Edo de Waart, Kenneth Montgomery, Reinbert de Leeuw, Paul McCreesh en Jos van Veldhoven.

Marc Pantus heeft verscheidene operarollen op cd opgenomen, waaronder Publio in La clemenza di Tito van Mozart en Pan in Pan and Syrinx van Galliard, beide met Musica ad Rhenum o.l.v. Jed Wentz. Op het DGG label verscheen de opname van Bach’s meesterwerk de Mattheuspassie (Jezus) in de veelbesproken hertaling van Jan Rot.
Onlangs zong hij met het Calefax Rietkwintet het programma Wij Waterlanders en trad hij op in de kameropera The Man at the Piano tijdens Operadagen te Rotterdam.
Met Opera Trionfo zong hij Roi Pausole in de gelijknamige opera van Honneger en met het Nederlands Blazersensemble voerde hij Don Geronio in Rossini’s opera Il Turco in Italia uit.

Op het concertpodium zong Marc Pantus in het najaar van 2008 Elias van Mendelssohn in concerten in Nederland en Vlaanderen.
Er volgden in 2009 optredens met zijn eigen kameropera-gezelschap i piccoli holandesi serious comedy & opera, de solo-opera Doodleuk o.a. in het KameroperaFestival in Zwolle.

Martijn Sanders

“Martijn Sanders pours out golden tone, sounding like the young Hvorostovsky”- Operanews, Larry Lash
De Nederlandse bas-bariton Martijn Sanders studeerde aan het Utrechts conservatorium bij Henny Yana Diemer, volgde de operaopleiding aan de Universität für Musik und darstellende Kunst in Wenen bij Vahan Mirakian om daarna in de leer te gaan bij de Amerikaanse tenor James McCray in Den Haag.
Nadat hij de eerste prijs wint op het Nico Dostal concours in St Pölten (Oostenrijk), debuteert hij ter gelegenheid van de Wiener Mozartwoche als Papageno in de Zauberflöte en zingt in datzelfde jaar de rol van Dandini in La Cenerentola tijdens het festival van Rheinsberg. Vervolgens behoort hij tot de solistenensembles van de Wiener Kammeroper, Opera Zuid Maastricht en Theater Aachen.
Martijn Sanders gasteert regelmatig in Amsterdam (Nationale Opera), Enschede (Nederlandse Reisopera), Den Haag (Opera2day), Tokyo en Baden en vertolkt rollen op tal van festivals zoals in Klosterneuburg, Belgrado en Gent.
Tot zijn uitgebreide en zeer divers repertoire behoren rollen als Figaro (Le Nozze di Figaro), Don Giovanni, Papageno, Sprecher ( Die Zauberflöte), Escamillo Carmen), Riccardo (I Puritani), Amonasro (Aida), Nabucco, Germont (La Traviata), Popolani (Barbe Bleue), Junius (The rape of Lucretia), Tonio (I Pagliacci), Alfio (Cavalleria Rusticana), Melitone (La Forza del destino), Falke (Die Fledermaus), Sagrestano (Tosca), Colline (La Boheme), De Bretigny (Manon), Sacha (Moskva Chereomushki), Action (Westside Story) en Patrocles (King Priam).
Veel lof oogst hij met zijn vertolking van Figaro bij het orkest van de 18e eeuw o.l.v Kenneth Montomery en met zijn debuut als Holländer (Der Fliegende Holländer) in BergArena Halde Haniel o.l.v Vallteri Rauhalammi.
Ook als liedzanger en concertsolist heeft Martijn Sanders een grote reputatie opgebouwd en is hij te horen op belangrijke podia in binnen- en buitenland. Hij soleert daarbij veelvuldig in werken als de Johannes Passion en Mathäus Passion (Bach), Messiah (Händel), Die Jahreszeiten en Die Schöpfung (Haydn), Ein Deutsches Requiem (Brahms), Requiem (Mozart), Messa di Gloria (Puccini), Stabat Mater en Petite Messe Solennelle (Rossini), Requiem (Verdi), Elias en Paulus (Mendelssohn), Stabat Mater (Dvorak), The Bells (Rachmaninoff) en Carmina Burana (Orff).
Enkele hoogtepunten zijn Bach’s Matthäus Passion met het Residentie Orkest o.l.v Jaap van Zweden, Berlioz’ L’enfance du Christ met het Brabants Orkest o.l.v Michael Tabachnik en Debussy’s La chûte de la maison Usher met het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v Edo de Waart.
Bij de fameuze Zaterdagmatineeconcerten in het Concertgebouw is hij te horen in Protesilaos en Laodamia (Escher), Die Gezeichneten (Schreker), A village Romeo and Juliet (Delius) en Fedora (Giordano) en in de Münchener Philharmonie vertolkt hij bij de Bayerische Rundfunk de rollen van Vitellius (Herodiade) en Johann (Werther).
Martijn Sanders heeft zijn medewerking verleend aan tal van radio- en televisieuitzendingen, waaronder NTR Podium, Tijd voor Max (MAX), Vrije Geluiden (VPRO) en De Wereld Draait Door (VARA). Zijn vertolkingen van Angelotti (Tosca) bij de Nationale Opera en Claudius (Hamlet) bij Opera2Day zijn uitgebracht op dvd.
Hij was veelvuldig te horen bij verschillende orkesten zoals het Concertgebouworkest, Münchener Rundfunkorchester, Symfonieorkest Vlaanderen, het Orkest van het Oosten, het Radio Kamer Orkest, Holland Symfonia, het Nederlands Kamerorkest, het Gelders Orkest, het Nederlands Blazers Ensemble, de Brandenburger Symphoniker, het DoelenEnsemble en de Neue Philharmonie Westfalen. Hierbij werkte hij samen met dirigenten als Matthias Bahmert, Sir Mark Eldar, Lorenzo Viotti, John Nelson, Markus Stenz, Lawrence Renes, Frans Brüggen, Etienne Siebens, Ingo Metzmacher, Otto Tausk, Tan Dun, Antony Hermus, Marco Armiliato, Giampaolo Bisanti en Ed Spanjaard.

Pieter Hendriks

Bas-bariton Pieter Hendriks studeerde bij Herman Woltman en Wout Oosterkamp aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. In 1997 was hij prijswinnaar van de Erna Spoorenberg Vocalisten Presentatie voor oratorium.

Het concertrepertoire van Pieter Hendriks geeft blijk van zijn grote veelzijdigheid. Hij zong de grote oratoria van Bach, Beethoven, Händel, Haydn, Mozart, Mendelssohn en Rossini en daarnaast zong hij werken van Schönberg, Szymanowski, Orff, Zemlinsky, Martin, Bernstein, Britten en Honegger.
Hij werkte met bekende ensembles als het Orkest van de Achttiende Eeuw, Residentie Orkest, Radio Kamer Filharmonie, Koninklijk Concertgebouworkest, Noord Nederlands Orkest en het Combattimento Consort Amsterdam en soleerde onder dirigenten als Jaap van Zweden, Frans Brüggen, Mariss Janssons, Ed Spanjaard, Jan Willem de Vriend, William Christie, Daan Admiraal en Christian Zacharias.

Ook op het operapodium was Pieter Hendriks de afgelopen jaren regelmatig te zien.
Bij De Nederlandse Opera zong hij de rol van Monnik in de wereldpremière ‘Tea’ van Tan Dun (een productie die zowel in Amsterdam als Tokio werd uitgevoerd) en bij de Nationale Reisopera vertolkte hij de rol van Kilian in Von Webers ‘Der Freischütz’ en Henry in Micha Hamels ‘Snow White’. Verder zong hij de rol van Junge Heer in ‘Der Protoganist’ (Weill), Ferryman in ‘Curlew River’ (Britten) en de titelrollen van ‘Falstaff’ (Salieri) en ‘Nixon in China’ (Adams). Met Barokopera Amsterdam maakte Hendriks een tournee in het binnen- en buitenland als bassolist in ‘King Arthur’ van Purcell. Zijn vertolking van de rol van Mamma Agata in ‘Viva la Mamma’ van Donizetti, een productie van Opera Trionfo in 2005, werd door de pers lovend ontvangen. In 2008 zong Hendriks in de Grachtenfestival productie van ‘Der Vampyr’ van Marschner en in augustus 2009 vertolkte hij de rol van Barone in Cimarosa’s ‘Il Pittore Parigino’ bij Opera Nijetrijne in Friesland waar hij in 2010 ondermeer de rol van Graaf zong in een Nederlandse bewerking van ‘Le nozze di Figaro’ van Mozart. Begin 2010 zong hij de rol van Silvano in Verdi’s ‘Un Ballo in Maschera’ bij de Nationale Reisopera.

Pieter Hendriks verleende zijn medewerking aan diverse cd- en dvd-opnames. Hij zong de rol van Papageno in een Nederlandse versie van Mozarts ‘Die Zauberflöte’, de bas aria’s in Bachs ‘Mattheuspassie’ in de vertaling van Jan Rot, de rol van Monnik in Tan Duns ‘Tea’ en de rol van Vis in ‘Jona, de neezegger’ van Willem Breuker.
Sinds 2002 is hij als eerste bas werkzaam bij het vermaarde Groot Omroepkoor in Hilversum.

Remmert Velthuis

Bas-bariton Remmert Velthuis studeerde in 2003 af aan het Conservatorium van Amsterdam. In deze periode was hij naast zijn zangcarrière actief als muziekdocent en popmuzikant.

Sinds 2018 ligt de focus alleen op het zingen en wordt hij gecoacht door Ronald Klekamp. Zijn werkveld breidde zich sindsdien snel uit, als koorzanger en solist, in opera en oratorium;

Remmert zong de rollen van ‘Timur’ in Puccini’s Turandot, ‘Zaccaria’ in Verdi’s Nabucco en ‘Dulcamara’ in Donizetti’s L’Élisir d’amore.

Hij vertolkte recent de solopartijen in o.a. de Matthaeus en Johannes Passion (Christus en aria’s), Brahms/Mozart/Fauré requiem, Rossini’s Petite messe solennelle en vele Bach cantates.

Hierbij werkte hij met o.a. Piet Hulsbos, Marco Bons, Hans Leenders, Leo Smeets, Gerrit Maas, Gilles Michels en Paul Mirck.

Regelmatig verzorgt Remmert recitals in het kader van Stichting muziek in Huis, en diverse andere zakelijke of privé gelegenheden.

Als koorzanger maakt hij deel uit van:

-Utopia (Teodor Currentzis), (Garnier Paris, Salzburger Festspiele), Consensus Vocalis (Béni Csillag) (Nederlandse Reisopera), Pa’dam (Maria van Nieukerken), Provocalis Dorestad (Rienk Bakker), Bachkoor Holland (Gijs Leenaars) en Studium Chorale (Hans Leenders).

Fotograaf Ron de Gruyl

Ronald Dijkstra

Ronald Dijkstra studeerde aanvankelijk kerkmuziek in Utrecht en volgde daar onder meer de
vakken piano, orgel, zang en koordirectie. Na een aantal jaren bij Rom Kalma zang gestudeerd te hebben vervolgde hij zijn studie bij Jos Burcksen, bij wie hij ook afstudeerde.
De pianostudie zette hij voort bij Mattheus Smits en verder volgde hij directielessen bij Reinier Wakelkamp en Daniel Reuss.

Gedurende meerdere jaren is Ronald gecoached door de Nederlandse zangers John Bröcheler en Henk Smit en de Amerikaanse tenor James McCray.

Ronald is een veelgevraagd opera- en oratoriumzanger. Zijn repertoire omvat o.a. werken van Bach (o.a. passionen, Weihnachtsoratorium, Hohe Messe en cantates), Händel (Messiah), Haydn (Schöpfung en Jahreszeiten), Requiem van Mozart, Fauré, Duruflé en Brahms, Puccini (Messa di Gloria), Rossini (Petite messe solennelle), Dvorak (Stabat Mater), Mendelssohn (Paulus en Elias).

Verder heeft Ronald gezongen in een aantal operaproducties. Zo was hij te horen als Escamillo in Bizet’s Carmen, in Rossini’s Barbier van Sevilla en in de opera Ibn Sina, gecomponeerd door jazzmusicus Michiel Bostlap in opdracht van de Emir van Qatar en aldaar voor het eerst uitgevoerd.

Tevens is hij te horen als liederenzanger en als pianobegeleider van collega zangers.

Daarnaast is hij dirigent van een aantal koren en is hij werkzaam als zangdocent.

Sven Weyens

Bas-bariton Sven Weyens begon zijn studie cello op tienjarige leeftijd bij Frieda Celis. Daarna studeerde hij verder bij Jaap Kruithof, Hans Mannes, France Springuel, Jeroen Reuling en Marcio Carneiro. Hij volgde masterclasses bij Francois Guy, Wolfgang Laufer, Valentin Erben and Thomas Kakuschka (Alban Berg quartet). Sinds 2004 is hij vast lid van het Residentieorkest (The Hague Philharmonic). Naast zijn orkestwerk specialiseerde Sven zich in kamermuziek. Hij trad onder andere op met het Josef Aschtak Trio, waarmee hij door Portugal en de Verenigde Staten toerde.

Al van kinds af aan ontwikkelde Sven Weyens ook een grote passie voor klassieke zang. Tijdens zijn studie cello volgde hij reeds klassieke zang als bijvak.  Zijn leerkracht raadde hem aan nooit te stoppen met zingen, hem wijzende op zijn prachtige stem. Het Residentieorkest gaf hem meermaals de kans om op te treden in hun  kamermuziekserie als bas-bariton.

In 2014 begon hij een Master’s Degree klassieke zang in het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Sasja Hunnego. Hij studeerde af in 2016 met grote onderscheiding. Momenteel wordt hij gecoacht door Marion van den Akker.

Sven Weyens treedt regelmatig op als bas-bariton in binnen- en buitenland. Zijn stem leent zich voor zeer uiteenlopend repertoire, van Bach en Mozart tot Kurt Weill. Zo zong hij onder andere in Othmar Schoeck’s ‘Vom Fischer und seiner Frau’; Samuel Barber’s ‘Dover Beach’ (uitgevoerd live voor de Nederlandse klassieke Radio NPO4); Bartolo in Mozart’s ‘Le nozze di Figaro’ en Don Alfonso in ‘Cosi fan Tutte’; Mozes in CPE Bach’s ‘Israeliten in der Wüste’; de arias en Christus van J.S. Bach’s Mattheus en Johannes Passionen; de rol van Bobby in Kurt Weill’s “Mahagonny Songspiel’ geregisseerd door Jiří Menzel (Martinů Festtage Luzern); en Schubert’s Schöne Müllerin’ en ‘Winterreise’.

Timotheus Maas

Al vroeg ontdekte Timotheus zijn liefde voor muziek. In 2002 won hij een aflevering van het populaire opera TV-programma ‘Una Voce Particulare’.

In mei 2011 studeerde hij als bas- bariton zeer succesvol af aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, terwijl hij in 2014 zijn masterstudie voltooide aan de internationaal bekende Hochschule für Musik und Theater in Hamburg. Verder volgde hij o.a. lessen bij Frans Fiselier, Raymond Modesti, Margreet Honig, Christoph Pregardien en Michaela Schuster. Hij treedt regelmatig op in liedrecitals, samen met liedspecialist Lémuel Grave. Enige cycli op zijn repertoire zijn: Die Winterreise, Die Schöne Müllerin, die hij recentelijk in een geënsceneerde versie uitvoerde, daarnaast ook Schwanengesang van Franz Schubert, Dichterliebe en Liederkreis van Robert Schumann, Die Schöne Magelone van Brahms, Songs of travel van Ralph Vaughan Williams, Liederen van den Dood van Henk Badings. In November 2017 bracht hij een cd uit van Schuberts’ Winterreise.

Op Oratorium gebied zong hij het Requiem van zowel Fauré, Mozart en Brahms; de Messa di Gloria van Puccini; de Petite Messe Solennelle van Rossini; en als solist bij diverse Mozartmissen, en eveneens in Bach- en Telemanncantates. Verder zong hij meerdere malen de Christuspartij en de aria’s in Bachs Johannes Passion, Matthäus Passion en de Christuspartij uit de Markus Passion van Reinhard Keiser. Ook vertolkte hij de baspartij in het Weihnachtsoratorium van Bach, de Messiah van Händel en de rol van Simon in Die Jahreszeiten van Haydn.

In 2014 zong Timotheus de hoofdrol in de geënsceneerde versie van het oratoriumwerk “Die Israeliten in der Wüste” van C. Ph. E. Bach. Ook in het operarepertoire heeft hij zich bekwaamd. Zo deed Timotheus als solist mee aan een uitvoering van de moderne opera Rage d’amours, een opera van Rob Zuidam, met het Haags Residentie Orkest o.l.v. Otto Tausk. Daarnaast vertolkte hij de rol van Antonio uit Le Nozze di Figaro, van Don Alfonso uit Cosi fan tutte, van Papageno uit die Zauberflöte en recentelijk van Leporello uit Don Giovanni van Mozart. In de zomer 2014 zong hij de rol van Lefort uit de nieuw geschreven opera “The Tsar his wife her lover and his head” door Monique Krüs, een project dat onderdeel was van het Grachtenfestival in Amsterdam. Verder vertolkte hij rollen als Minotaurus uit de opera Ariadne van Bohuslav Martinu, van The Abbot uit de opera Curlew River van Britten en de hoofdrol in The sound of a voice van Phillip Glass dat uitgevoerd werd in de Hamburger Staatsoper. In 2016 zong hij de rol van Tod uit de opera Der Kaiser von Atlantis van Viktor Ullmann.

In 2017 was Timotheus te horen bij de Göttinger Händelfestspielen en in La Biennale di Venezia waar hij als Stregone en Technician in twee hedendaagse opera ́s de wereldpremieres zong. In 2018 was hij te horen in de Kammeroper im Rathaushof in Konstanz als Publio uit La clemenza di Tito van Mozart, als Dottore in La Traviata van Verdi en als Gremin in Jevgeni Onegin van Tsjaikovski.