Berend Eijkhout
Berend Eijkhout (1989) studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, bij Frans Fiselier en Gerda van Zelm. Hij vervolgde zijn opleiding bij Nadine Secunde en Peter Lockwood. Tegenwoordig krijgt hij les van Marcel Boone.
Hij was te zien in Mozart’s opera’s Die Zauberflöte (Papageno), Le Nozze di Figaro (Il Conte) en Don Giovanni (Masetto). Ook speelde hij Ramiro in l’Heure Espagnole (Ravel), Plutone in L’Orfeo (Monteverdi) en rollen in Alceste (Gluck) en Down in the valley (Weill). Ook werkte hij mee aan enkele nieuwe opera’s, van Jan-Peter de Graaff, Chiel Meijering en Calliope Tsoupaki. Dit seizoen was hij onder andere te horen in een Mozart operapastiche van het Orkest van de Achttiende Eeuw, en in een nieuwe familievoorstelling van De Nationale Opera: Een lied voor de maan.
Berend heeft een uitgebreid concertrepertoire en werkte als solist samen met onder anderen Jos van Veldhoven (Messiah en Weihnachtsoratorium), Antony Hermus (Die sieben Todsünden), Ton Koopman (Hohe Messe), Daniel Reuss (Ein Deutsches Requiem en Johannes-Passion), Sander Teepen (Matthäus-Passion) en Marcus Creed (Die Schöpfung).
Als begeesterd liedzanger werkte hij samen met pianisten Daan Boertien, Felix Justin en Rixt van der Kooij. Ook is hij een door componisten en publiek gewaardeerd vertolker van nieuwe kamermuziek.
Berend Stumphius
De Nederlandse bariton Berend Stumphius begon zijn loopbaan als cellist en dirigent. Pas tijdens de coronacrisis besloot hij om van zijn hobby zijn werk te maken en zich volledig op zang te richten. Het afgelopen jaar zong hij onder andere de rollen van Figaro (Le Nozze di Figaro), Papageno (Die Zauberflöte) en Ben (The Telephone) en debuteerde hij bij Opera Zuid (als Huub in Der Schauspieldirektor) en De Nationale Opera (invallend als Napoleon in Animal Farm). Naast zijn solistische activiteiten zingt hij dit seizoen projecten met het koor van De Nationale Opera en de Wiener Staatsoper, is hij actief als oratoriumsolist in een breed repertoire (dit seizoen onder andere Brahms en Fauré Requiem en Bachs Johannes- en Matthäuspassion) en vormt hij een liedduo met pianist Duco Burgers.
Berend begon zijn zanglessen bij Henny Diemer en vervolgde zijn studie bij Margriet van Reisen. Hij wordt ondertussen gecoacht door Annegeer Stumphius en Chelsea Bonagura en volgde masterclasses bij o.a. Markus Eiche, Stephen Sweetland en Albert Pesendorfer. In zijn vrije tijd is Berend actief als vrijwilliger en dirigent bij Zomercursus Woudschoten, een kamermuziekcursus voor jonge musici.
Daniël Hermán Mostert
Daniël Hermán Mostert studeerde aan het ArtEZ-conservatorium bij o.a. Harry van Berne. Hij volgde hier ook de liedklas van Marien van Nieukerken, waaraan vele internationaal gereputeerde gastdocenten meewerkten. Masterclasses volgde hij bij docenten als David Wilson-Johnson, Meinard Kraak en Barbara Schlick. Momenteel wordt hij gecoacht door Frans Fiselier.
Daniël voelt zich onder meer thuis in het diverse oratoriumrepertoire. Zo is hij als solist vaak te horen in uitvoeringen van de werken van bijvoorbeeld Bach (passies, cantates, missen), Händel, Haydn (Die Schöpfung, Die Jahreszeiten, Nelson Messe), Schubert, Rossini en in het requiem van componisten als Mozart, Brahms, Fauré en Duruflé. Maar hij heeft ook nieuwer en minder bekend werk op zijn repertoire, zoals “Mirror of Perfection” van de Engelse componist Richard Blackford (een ‘cantata’ op teksten van Franciscus van Assisi, voor koor, orkest en solisten).
Samen met de Russische pianiste Sofia Vasheruk geeft Daniël liedrecitals, o.a. voor de Vereniging Vrienden van het Lied. Maar ook met andere pianisten, zoals Rixt van der Kooij, Marien van Nieukerken en Heleen Vegter gaf Daniël recitals, met liederen van componisten als Schubert, Poulenc, Fauré, Duparc, Rachmaninov, Quilter, Grieg en Anna Cramer.
Op het gebied van opera vertolkte Daniël o.a. de rol van Dr. Pangloss en Martijn in een Nederlandstalige bewerking van ‘Candide’ van Leonard Bernstein (Nederlandse Reisopera).
Ook de professionele ensemblezang neemt in zijn beroepspraktijk een belangrijke plaats in. Zo is Daniël verbonden aan het beroemde Groot Omroepkoor. Dit koor ontving (samen met het Radio Filharmonisch Orkest) de Concertgebouwprijs 2017 uit handen van dirigent Bernard Haitink.
Ook zingt Daniël af en toe bij het Nederlands Kamerkoor.
Als solist en ensemblezanger werkte hij mee aan CD- en DVD-opnamen en uitzendingen voor radio en TV.
David Greco
David Greco heeft zich als oratrium en opera zanger op de kaart gezet in Australie en Europa en dan speciaal in het barok en klassieke repertoire.
Sinds zijn debuut bij het Australian Brandenburg Orchestra in 2005 met werken van Händel en J.S.Bach, kreeg hij bekendheid als vertolker van de late Duitse barok.
Later dat jaar trad hij samen met Dame Emma Krikby als solist op.
Zijn solisitsch optreden zorgde ervoor dat hij met de beste ensembles in Australië kon optreden. Zo zong hij bij het Australian Chamber Orchestra o.l.v. Richard Tognette de Mis in C minor van Mozart en met het Sydney Symphony Orchestra La Rondine (Perichaud) van Puccini o.l.v. Gianluigi Gelmetti.
Na twee jaar verbonden te zijn geweest aan de Opera Australia, zong hij Die Zauberflöte (Papageno) en Le Nozze di Figaro (Antonio) bij de Pacific Opera in 2003.
Hij maakte zijn debuut op het Festival d’ Aix-en-Provence,(Frankrijk) in Alcest (Oracle) van Gluck met het Freiburg Barockorchester o.l.v. Ivor Bolton.
Gespecialiseerd in de Barok opera, gaf hem de gelegenheid om regelmatig met de Autralian Baroque opera company Pinchut Opera op te treden. Hij zong daar de rollen van Dardanus / Rameau, David & Johanthan/ Charpentier, L’Orfeo/ Monteverdi en Idomeneo/Mozart.
In 2009 zong hij tijdens zijn Italiaanse debuut aan het Teatro Comunale Modena in Agrippina (Pallente) van Händel.
Verder vocale training bracht hem naar Europa waar hij zijn studie opera en oude muziek bij de bas Peter Kooij en counter-tenor Michael Chance aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag voltooide.
In 2012 was hij te horen in de Elias / Mendelssohn en tijdens een tournee met de Johannes Passion van J.S. Bach o.l.v. Ton Koopman met het Amsterdam Baroque Orchestra & Choir.
Frank Dolphin Wong
De Nederlandse bariton Frank Dolphin Wong studeerde klassieke zang bij Udo Reinemann aan de conservatoria van Utrecht, Amsterdam en Den Haag, waar hij deel uitmaakte van de opera academie. Tegelijkertijd studeerde hij aan het “Conservatoire de Metz”, waar hij een 2-jarige cursus voor het Duitse lied afsloot met een “Premier Prix”. Hij volgde masterclasses bij o.a. Charlotte Margiono, Robert Loyd, Jard van Nes, Peter Elkus, Christian Papis en James McCray.
In 1999 debuteerde hij in Duitsland als Guglielmo in “Cosi fan tutte” (Mozart) aan de Hamburger Kammeroper (reprise in 2000 en 2001). Bovendien werd hij door het ZAV geselecteerd voor de jaarlijkse jong talent audities in Saarbrücken.
Zijn debuut in Het Muziektheater te Amsterdam maakte hij als solist in het Kurt Weill-Project (o.a.“Happy End”, “Lost in the stars” en “Berliner Requiem”) van het Nationaal Ballet, choreografie Krysztof Pastor, met het Nederlands Balletorkest o.l.v. Thierry Fischer.
In “Le Nozze di Figaro” (Mozart) vertolkte hij in 2003 Figaro met Nuovo Musiche o.l.v. Eric Lederhandler, regie Alain Sachs tijdens een tournee door Frankrijk en België. (reprise 2005 in Nederland)
Zijn oratorium repertoire omvat werken als “Carmina Burana” (Orff), de Requiems van Brahms, Fauré, Mozart en Dvorak, “The Messiah” (Händel), “Die Jahreszeiten” en “Die Schöpfung” (Haydn), “de Messa di Gloria” (Puccini) en de Christus partij in de Mattäus- en Johannespassion (Bach).
Van 2004 tot 2010 was hij als bariton solist verbonden aan het theater Hagen (Duitsland) waar hij diverse rollen vertolkte als Il Conte d’Almaviva in “Le Nozze di Figaro (Mozart), Nick Shadow in “The Rake’s Progress” (Strawinsky), Don Carlos in “La Forza del Destino” (Verdi) Scarpia in “Tosca” (Puccini) Rigoletto in “Rigoletto”(Verdi), Germont in “La Traviata” (Verdi) en nog vele andere partijen.
In 2006 werd hij in de ‘Kritiker Umfrage’ door twee journalisten uitgeroepen tot beste ‘Nachwuchssänger’ (jong talent) van Nordrhein Westfalen voor zijn vertolking van Orest in “Elektra” (Strauss). In 2009 is hij wederom gekozen, dit maal voor de vertolking van Stanley Kowalski in “A streetcar named desire” als ook voor de beste zanger van Nordrhein Westfalen voor de rol van Rigoletto uit de opera “Rigoletto”.
In 2011 zong hij o.a. de rol van Ping in de opera Turandot aan de Nationale Opera van Polen, Warschau en in Theater Hagen (Duitsland) Dr. Falke in “Die Fledermaus”, Schaunard in “La Bohème” en Peter in “Hänsel und Gretel” (Humperdinck). In Vredenburg Ezio in Atilla (Verdi), Don Carlo in Ernani (Verdi) en Carmina Burana van Orff.
Voor 2012 heeft hij diverse operaengagementen, maar ook zingt hij dit najaar in het Concertgebouw o.a. het Requiem Verdi en de Petite Messe Solennelle van Rossini.
Frank Hermans
Frank Hermans weet met zijn warme baritonstem bruggen te bouwen. Zingen verhalen vertellen, de tekst tot leven brengen, mensen via de muziek voor de muziek winnen, dat is Franks doel.
Zelfs als mensen de taal van een lied of libretto niet verstaan, weet hij de essentie via zijn stem en expressie over te brengen op zijn toehoorders.
Zijn liefde voor zingen ontsprong in het World Youth Choir, waarmee hij tussen 1993 en 2001 de wereld bereisde. Op jonge leeftijd begon hij met zingen bij Hortus Musicus Religiosus in Bergen op Zoom, onder bezielende leiding van Hans Smout. Later studeerde hij zang en kerkelijk koorleider aan de Fontys Hogescholen in Tilburg. Sindsdien zoekt hij nog regelmatig coaching bij Paula de Wit, Peter Harrison en Meinard Kraak.
Frank zong als koorzanger bij het Gewandhaus Kammer Chor in Leipzig en Ensemble Lyrique. Met regelmaat zingt hij bij de Nederlandse Bach Vereniging en in 2010 maakte hij zijn debuut als Christus in de Matthäus-Passion van Bach in Brugge en Kortrijk en zong hij de Kindertotenlieder van Mahler in Grenoble, Lyon en Parijs. Sindsdien wordt hij regelmatig gevraagd voor Bachcantates en oratoria.
Ook verzorgt hij graag liedrecitals.
Naast zijn podiumwerk is Frank actief op Factorium in Tilburg waar hij zanglessen verzorgt en koren coacht. Ook heeft Frank een privépraktijk en is hij regelmatig in Zuid-Amerika waar hij concerteert en masterclasses geeft.
Met Frans van Tuijl bracht hij twee CD’s uit met liedrepertoire en in 2012 verscheen zijn nieuwste CD met Lies Colman: ‘C’est l’extase langoureuse…’
Hugo Oliveira
Geboren in Lissabon, Portugal studeerde Hugo Oliveira aan de Escola Superio de Musica bij Helena Pina Manique en Luis Madureira, en later aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Jill Feldman en Barbara Pearson, met een studiebeurs van het Calouste Gulbenkian Fonds.
In 2009 won Hugo Oliveira de eerste prijs bij de IIIe competitie van de Portugese Rotary Foundation. Ook in 2009 won hij de eerste prijs bij de Stichting Nederlandse Vocalisten Presentatie. Tevens was hij finalist bij the London Bach Society Competition.
Bij concert- en oratoriumwerken heeft Hugo Oliveira aan vele uitvoeringen meegewerkt.
De belangrijkste van deze werken zijn: Matthäus Passion, Johannes Passion, Marcus Passion en Weihnachts-Oratorium van J.S. Bach, Vespro della beata vergine door C. Monteverdi, Invitatórios e Responsórios de Natal door Casanoves, Matthäus Passion van Schütz, Messias, Nisi Dominus en Dixit Dominus van Händel, Christus en Lauda Sion door Mendelssohn-Bartholdy, Missa Nelson van Haydn, Stabat Mater van Haydn, Requiem, Mis in c-groot, en de Krönungsmesse door W. A. Mozart, Requiem van Duruflé en Fauré, Requiem van Brahms, Petite Messe Solennelle van Rossini. Tevens heeft hij als wereldpremiere de Cantata Verbum Caro van Nuno Corte-Real op zijn naam staan. Onlangs (april 2010) soleerde hij in Brittens Cantata Misericordium met het Gulbenkian Orchestra onder leiding van Fernando Eldoro.
Op het gebied van opera heeft Hugo o.a. de volgende werken ten gehore gebracht: Le nozze di Figaro van Mozart, The Triumph of Time and Truth (Time) van Händel, Venus en Adonis (Adónis) door John Blow (Adónis), Les malheurs d’Orphée van D. Milhaud (Orphée), Melodias Estranhas door António Chagas Rosa (Damião de Góis). Verder werkte Hugo mee in Wagner’s Lohengrin,(Dritte Edler) met het Radio Philharmonie Orkest onder leiding van Jaap van Zweden, zowel in het Concertgebouw Amsterdam als in Salle Pleyel in Parijs.
In D. Milhaud’s Les Malheurs d’Orphée zong hij de partij van Orphée met de Ebony Band in Parijs. Met de madrigaal-komedie La barca di Venetia per padova van A. Banchieri onder leiding van Gabriel Garrido en een co-productie van de Reisopera trad hij op in de grote zalen in Nederland en België.
Onder andere in 2006 soleerde Hugo Oliveira in Heinz-Karl Gruber’s opera Frankenstein, met het London Symphony Orchestra onder leiding van Francois-Xavier Roth. In juli 2010 zal Hugo Oliveira te horen zijn in de opera Un Retour van Oscar Strasnoy bij het prestigieuze Festival in Aix-en Provence.
Hugo Oliveira heeft gezongen met orkesten als het London Symphony Orchestra, het Gulbenkian Orkest, Les Concerts des Nations, Schöenberg Ensemble, Düsseldorf Symfonie Orkest, Radio Symphonie Orkest, etc. Verschillende uitvoeringen vonden plaats in belangrijke Europese concertzalen (Amsterdam, Londen, Parijs, Madrid, Barcelona) en bij verscheidene festivals in landen als Spanje, Frankrijk, Engeland, Nederland, België en Duitsland.
Hugo Oliveira heeft gewerkt onder leiding van o.a. de volgende dirigenten: Jos van Veldhoven, Laurence Cummings, Paul Dombrecht, Werner Herbers, Peter van Heyghen, Patrick Ayrton, Jaap van Zweden en Enrico Onofir, Peter Dijkstra, Fernando Eldoro.
Maarten Koningsberger
Een grote verscheidenheid van stijlen is kenmerkend voor Maarten Koningsberger. Dat geldt voor zijn operarollen maar zeker ook voor zijn liedrecitals. De pers kopte o.a: “Koningsberger zingt groots recital” (Trouw), “Koningsberger triomfeert in Vocale Serie” (Telegraaf).
Hij heeft zich op dit gebied een internationale reputatie verworven en inmiddels meer dan twintig cd opnames op zijn naam staan, waaronder Schubertliederen met Graham Johnson bij Hyperion, “Music of the Spheres” (Lute- en Consortsongs) bij Globe, “Les Grands Motets de Mondonville” met Les Arts Florissants bij Erato en liederen van Fanny Mendelssohn met Kelvin Grout bij Troubadisc. Op het label Tatlin is de “Winterreise” van Franz Schubert uitgebracht met Roger Braun aan de piano en bij Et´cetera is “Die Schöne Müllerin” verschenen (met Esther Steenbergen en Olga Fransen op gitaar). De pers over deze cd: “Fraaie proeve van liedkunst” (Volkskrant) en “werkelijk prachtige bewerking, die wat betreft transparantie, warmte en kleurrijkdom vele versies voor piano overtreft” (Parool).
Als opera- en concertzanger zong Maarten Koningsberger in producties over de hele wereld, onder meer het Radio Philharmonisch Orkest, het Concertgebouw Kamerorkest, het Rotterdams Filharmonisch Orkest, Tafelmusik, Les Arts Florissants, the Orchestra of the Age of Enlightenment, het Combattimento Consort Amsterdam, Musica Florea Bratislava en het Nieuw Sinfoniëtta Amsterdam met dirigenten als William Christie, Gustav Leonhardt, Ton Koopman, Mark Minkowski en Roy Goodman, maar ook met Hans Vonk, Lev Markiz, Gennady Roshdenstvensky, Marin Alsop, Arnold Östman, Jaap van Zweden, Jeffrey Tate, René Jacobs en Christophe Rousset.
Maarten Koningsberger is als docent verbonden aan het Sweelinck Conservatorium van Amsterdam en het Centre de Musique Baroque de Versailles.
Marijn Zwitserlood
De bariton Marijn Zwitserlood studeerde zang aan het conservatorium van Utrecht bij Harry Peeters. In 2006 voltooide hij zijn opleiding en slechts enkele maanden later behaalde hij de tweede prijs op het Christina Deutekom Concours. Sindsdien neemt hij regelmatig lessen bij Manuela Ochakovski. Daarnaast volgde hij masterclasses bij onder andere Christa Ludwig, Sergei Leiferkus, Nelly Miricioiu, Jard van Nes, Robert Holl, David Freeman en Henry Waddington.
Tegen het einde van zijn conservatoriumopleiding was Marijn al een veelgevraagd solist bij koren en orkesten in Nederland. Hij soleerde onder andere in de Matthäus- en de Johannes Passion, het Weihnachts Oratorium, de Hohe Messe en het Magnificat van Bach, de Requiems van Brahms, Fauré, Mozart en Verdi, de Elias van Mendelssohn, de Petite Messe Solennelle van Rossini, Die Schöpfung en het Stabat Mater van Haydn, Liederen en Dansen van de Dood van Modest Moessorgski, Songs of Travel van Vaughn Williams en Kindertotenlieder van Mahler.
Marijn zingt ook graag opera. Zo zong hij in 2023 de rol van Berend Boef in de kameropera Mozart vs. Salieri (een opera samengesteld uit Schauspieldirektor en Prima la Musica) en in 2022 de rol van Karel Stekelveer in de opera Trijn van Bob Zimmerman, die georganiseerd werd tijdens de viering van 900 jaar Utrecht door Klein Operakoor. Andere rollen die hij op zijn naam heeft staan zijn: Dulcamara uit l’Elisir d’amore van Donizetti, Schaunard uit La Bohème van Puccini, Don Alfonso uit Cosi fan tutte van Mozart en Lautsprecher uit Der Kaiser von Atlantis van Ullmann. Ook is hij regelmatig te zien als remplaçant in het koor van de Nationale Opera, waar hij in 2023 nog meewerkte aan Mahagonny van Kurt Weill en Lohengrin van Wagner.
Matthijs Mesdag
Matthijs Mesdag heeft een veelzijdige carrière als oratorium- en operazanger die hem bracht naar Duitsland, België, Frankrijk, Finland, Engeland en Japan.
Na te zijn afgestudeerd aan het Sweelinck Conservatorium Amsterdam bij Margreet Honig, vervolgde Matthijs Mesdag zijn opleiding aan de ‘Britten Pears School for advanced musical studies’in Aldebburgh, GB, bij Diane Forlano, Sarah Walker en Anthony Rolfe Johnson. Momenteel wordt hij gecaoched door David Pittman Jennings te Parijs.
In het oratoriumvak heeft hij inmiddels ruimschoots zijn sporen verdiend. Hij zong reeds alle grote Bach-werken en veel Cantates, maar ook werken als de “five mystical songs” van Vaughan Williams of de “Polni Mse” van Martinu.
Tot de operarollen die hij uitvoerde behoren diverse wereld- of Nederlandse premieres zoals: Hans in Een Job van tijd van Wim de Ruiter, Avvocato in Un Re in Ascolto van Luciani Berio, Zoroartre in Semiramis van André Cardinal Destouches en Oskar Leeflang in Die Fahrradstandoper van Gustavo Trujillo. Ook zong hij de rol van Parmenione in L’Occasione fa il Ladro van Rossini.
Hij maakte deel uit van operaensembles in Tan Dun’s opera TEA in Tokyo en bij de Nederlandse Opera, Die Soldaten van Bernd Aloïs Zimmerman en RAAFF van Robin de Raaff, beide eveneens bij De Nederlandse Opera.
Hij maakte regelmatig deel uit van het ensemble ‘Music for awhile’ in Engeland o.l.v. Margaret Faultless, waarmee hij in Wiltshire (GB) de rol van Aeneas vertolkte in Dido and Aeneas van Purcell. Ook trad hij op met ‘Il teatro musicale Amsterdam’ o.l.v Frédérque Chauvet en ‘Ensemble 88’ o.l.v. René Gullikers. Sinds 2001 heeft hij een eigen ensemble met violiste Kati Debretzeni, celliste Cassandra Luckhard en clavecinist Vaughan Schlepp genaamd ‘Musica fino all’alba”.
Sinds de oprichting in 1992 maakt hij als ensemblezanger en solist deel uit van het ‘Amsterdam Baroque choir’ o.l.v. Ton Koopman. Met dit ensemble is hij op CD te beluisteren als bassolist in Mozart’s ‘Krönungsmesse’en ‘Vesperae Solennes de Confessore’.
Sinds 1994 verzorgt hij liederenrecitals voor de vereniging ‘Vrienden van het Lied’ in samenwerking met de pianist Vaughan Schlepp
Mattijs Van De Woerd
Mattijs van de Woerd studeerde aan de conservatoria van Rotterdam en Amsterdam bij Sylvia Schlüter en Margreet Honig. In 2001 won Mattijs de Vriendenkrans (prijs van de Vereninging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest). In 2003 werd hem de eerste prijs van de Wigmore Hall International Song Competition in Londen toegekend.
Mattijs van de Woerd trad onder andere op met de Nationale Opera, Nederlandse Reisopera, Opéra La Monnaie Brussel, Opéra Monte-Carlo, Koninklijk Concertgebouworkest, Nederlandse Bachvereniging, Los Angeles Philharmonic, Deutsches Symphonie Orchester Berlin, NHK Symphony Orchestra Tokyo, Orkest van de 18e Eeuw en met dirigenten Jaap van Zweden, Marc Albrecht, Herbert Blomstedt, Ed Spanjaard, Daniel Reuss, Tan Dun, Reinbert de Leeuw en Frans Brüggen. Zijn concertrepertoire reikt van Carissimi’s Jepthe en Brahms’ deutsches Requiem tot Brittens War Requiem en Stravinsky’s Threni. Op de operabühne was hij onder meer te horen als Papageno in Die Zauberflöte, de titelrol in Don Giovanni en Guglielmo in Così fan tutte (Mozart), Konrad Nachtigall in Die Meistersinger von Nürnberg (Wagner), Sid in Albert Herring (Britten), le Gendarme in Les Mamelles de Tirésias (Poulenc), Adario in Les Indes galantes (Rameau), Jonathan in Siren Song (Dove) en Pausole in Les aventures du Roi Pausole (Honegger). Daarnaast creëerde Mattijs rollen in nieuwe opera’s van Maarten Altena, Louis Andriessen, Micha Hamel, Willem Jeths, Misha Mengelberg, Martijn Padding, Jan van Vlijmen, Klaas de Vries en Peter-Jan Wagemans.
Mattijs is veelvuldig te beluisteren in liedrecitals; in 2011 en 2012 maakte hij samen met pianiste Shuann Chai recitaltoernees door China. Hij verleende zijn medewerking aan talrijke beeld- en geluidsopnames met muziek variërend van Bachs Johannes-Passion en Schuberts Winterreise tot Golgotha van Frank Martin en Ballade van de Gasfitter van Klaas ten Holt. Verder maakt Mattijs als zanger en arrangeur deel uit van het oude-lichte-muziekgezelschap Frommermann, en is hij aangesloten bij artiestencollectief Splendor Amsterdam.
Nanco De Vries
De Nederlandse bariton Nanco de Vries begon zijn zangstudie als bas aan het Utrechts Conservatorium bij Udo Reinemann en sloot deze cum laude af. In hetzelfde jaar was hij prijswinnaar van het Christina Deutekom concour en werd toegelaten tot de studie voor de Ned. Muziekprijs.
Hij zette zijn zangstudie voort bij Diane Forlano en ontwikkelde zijn stem verder in het baritonvak bij de Amerikaanse tenor James McCray. Vervolgens maakte hij als Alfio in Cavaleria Rusticana zijn bariton debuut. Verder werd hij een aantal jaren gecoached door de bas-bariton Henk Smit.
Hij werkte met verschillende vooraanstaande dirigenten zoals H.Haengen,G.Jenkins, A.Lombard, Yuri Simanov, Hans Vonk, E. de Waard en Vladimir Spivakov.
Hoogtepunten van zijn laatste concert engagementen in het Amsterdams Concertgebouw zijn o.a. Die Theresien Messe en Die Schöpfung (Haydn) ( Radio Kamer Orkest o.l.v Frans Brüggen),Symfonie no.9 van Beethovens ( o.l.v.Claus Peter Flor)Janacheck`s Osud (Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Edo de Waart) Verder zong Nanco de titelrollen in ,,outdoor-concerten“in Amsterdam van Verdi`s Nabucco en MacBeth.
In het buitenland was hij te horen in Italie in Shostakovitschs Symfonie no.14(Padova Symfonie Orkest o.l.v. Hans Vonk), en op de Kanarische Eilanden in het zelfde werk (Las Palmas Symfonie Orkest o.l.v. Viktor Libermann), in Spanje in Mozarts Requiem (Moscow Virtuosi o.l.v. Vladimir Spivakov), in Turkeie in Beethovens Negende Symfonie en het Requiem van Mozart(Bilkents Symfonie Orkest Ankara o.l.v. C.A.Rickenbacher) en in Frankrijk de titelrol in Schumanns ,,Szenen zu Goethes Faust“ (Orchestre National de Lille o.l.v.C.A. Rickenbacher)
In het ,,Große Festspielhaus“in Salzburg en in de Philharmonie München viel Nanco te beluisteren als Alberich met de Münchner Sinfoniker o.l.v. H. Förster in Loriots ,,Ring an einem Abend“. In Noorwegen werkte Nanco mee aan een scenische uitvoering van Carmen (Bizet) als Escamillo.
Vanaf `96 was hij aan het Meininger Staats Theater geengageerd ,waar hij o.a. de volgende rollen voor zijn rekening nam: Scarpia(Tosca), Holländer(Holländer), Don Giovanni(DonGiovanni),Rigoletto(Rigoletto), Alfio(Cavalleria Rusticana), Tonio(Pagliacci), Don Alfonso(Cosi fan tutte), Boris(Lady Macbeth von Mzensk), Peter(Hänsel und Gretel), Der Grafen von Westmoreland(Sly), en Alberich(Rheingold, Siegfried en Götterdämmerung) als Germont in Traviata en als Balstrode in Peter Grimes in een regie van Christine Mielitz.
De laatste jaren was Nanco vast verbonden aan de Komische Oper te Berlijn waar hij o.a. Balstrode (Peter Grimes) , Leander (Liefde voor de drie sinaasappelen) en Mr. Gedge (Albert Herring) zong.
Momenteel is hij als freelance opera en concertzanger werkzaam.
Niklaus Kost
De Zwitserse Bariton Niklaus Kost is 1981 in Zürich geboren. Hij studeerde op het Conservatorium van Amsterdam bij Valerie Guillorit waar hij in 2007 zijn Bachelordiploma met onderscheiding behaalde. In het seizoen 07/08 maakte hij deel uit van zowel De Nieuwe Opera Academie als ook van het Resident Artist Programme (RAP) van de Nationale Reisopera. Tevens volgde hij de International Masterliedclass o.l.v. Udo Reinemann om zich vervolgens ook in zijn Masterstudie verder in het Liedrepertoire en de interpretatie van het hedendaagse repertoire te verdiepen.
Zijn Oratoriumrepertoire reikt van de Christuspartijen in de passies van Bach over Mozart, Brahms, Fauré, Bruckner, Puccini en Duruflé tot aan hedendaagse Oratoria. Als Liedzanger was hij op Festivals in Rusland, Italië en Zwitserland te horen.
Hij volgde masterclasses bij Rudolf Jansen, Roger Vignoles, Françoise Pollet, Konrad Richter, Julius Drake, Lynn Dawson en José van Dam. Tegenwoordig wordt hij gecoacht door Margreet Honig. Niklaus Kost ontving in 2007 de Zwitserse “Studienpreis Gesang des Migros-Kulturprozents”.
In de afgelopen jaren vertolkte hij de rollen van Theseus in Britten’s „Midsummernight’s Dream”, Antonio in “Le Nozze di Figaro”, Escamillo in “La tragédie de Carmen”, Marquis de la Force in “Les Dialogues des Carmélites”, Agamemnon in Glucks “Iphigénie en Aulide”, Métayer in Honeggers “Les aventures du Roi Pausole”, het Monster in de “Heksen van Venetië” van Philip Glass en Ogro in Montsalvatges “El Gato con Botas”. Hij werkte samen met Dirigenten als Ed Spanjaard, Jan-Willem de Vriend, Hartmut Haenchen, Henrik Schaefer en Gijs Leenaars. Dit seizoen is hij onder meer te zien in de rol van “Forelle Stanley” in de gelijknamige opera van de Zwitserse componist Daniel Fueter.
Pierre Mak
De bariton Pierre Mak studeerde zang aan de conservatoria van Zwolle en Utrecht
het Mozarteum in Salzburg en de Schola Cantorum Basiliensis in Basel. Hij nam deel aan masterclasses bij Elisabeth Schwarzkopf en Robert Holl. Verder volgde hij lessen bij Aafje Heynis, Henny Diemer en Margreet Honig.
Pierre Mak werkt met grote regelmaat als solist mee aan oratoriumuitvoeringen. De Passies van Bach, een groot aantal 19e eeuwse oratoria (o.a. Requiem Fauré, Ein Deutsches Requiem Brahms, Paulus en Elias Mendelssohn) en enige 20e eeuwse oratoria (o.a. Carmina Burana Orff, a Child of our Time Tippett) behoren tot zijn repertoire.
Ook gaf hij talloze liederenrecitals. Met name het Duits-Romantisch en het Frans lied hebben zijn grote voorliefde.
In het najaar van 2007 maakte hij met groot succes zijn scenisch operadebuut in een productie van Operastudio Nederland, waarin hij onder de regie van Harry Kupfer de rol van Der Gatte in `Reigen` (Philippe Boesmans, 1993) vertolkte. Enige tijd later volgde een reprise van deze productie in het Théâtre de la Bastille in Parijs.
In 2009 was hij te zien in de reconstructie van `Granida` van P.C. Hooft, gerealiseerd door Stichting Ipermestra en Wim Trompert.
In het voorjaar van 2011 zong hij de rol van Frank in `Die Fledermaus` van Johann Strauss, geregisseerd door Hans Nieuwenhuis
In de zomer van 2013 nam hij tijdens het zeer succesvolle project ‘Rheingold op de Rijn’ in ‘Das Rheingold’ van Richard Wagner de rol Van Fasolt voor zijn rekenin. En onlangs werkte hij mee aan de door Stichting Ipermestra geproduceerde Driekoningenvoorstelling L’Adorazione dei Magi.
Pierre Mak is als hoofd van de vocale afdeling en als hoofdvakdocent solozang verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam.
Raoul Steffani
De Nederlandse bariton Raoul Steffani zag zijn status als één van de meest vooraanstaande zangers van Nederland dit jaar bekroond met de Nederlandse Muziekprijs, de hoogste staatsprijs op het gebied van de klassieke muziek. Hij studeerde aan de Universität für Musik und darstellende Kunst Wien en bij Margreet honig aan het Conservatorium van Amsterdam. Hij maakte deel uit van de studio van de Opera National de Lyon en ontwikkelde zich ondertussen tot een veelgevraagd liedzanger en concertsolist in binnen- en buitenland. Onlangs maakte hij zijn debuut in Wigmore Hall in Londen, bij de Bregenzer Festspiele en ging op Europese tournee met de Orchestra or the Age of Englightenment. Hij werkte op cd samen met onder anderen Gerold Huber, Magdalena Kožená en Barbara Hannigan. Als solist werkte hij samen met dirigenten als Sir Mark Elder, Reinhard Goebel, Vladimir Jurowsky, Sigiswald Kuijken, Otto Tausk, Jos van Veldhoven en David Zinman. Orkesten waarmee hij heeft opgetreden zijn o.a. Orchestra of the Age of Enlightenment, Wiener Symphoniker, Rotterdams Philharmonisch Orkest, Residentie Orkest, Concertgebouw Kamerorkest, Camerata RCO, Camerata Salzburg, Radio Filharmonisch Orkest, philharmonie zuidnederland, Phion en het Nederlands Philharmonisch Orkest.Hij won eerder onder andere de Elisabeth Evertsprijs en het Grachtenfestival Conservatorium Concours (2016) en in 2018 was hij de winnaar van de Dutch Classical Talent Audience Award. In datzelfde jaar won hij ook de GrachtenfestivalPrijs en was hij te horen op het Prinsengrachtconcert.
Contact formulier
Rick Zwart
Nadat hij op de middelbare school zijn grote liefde voor muziek en theater ontdekte, startte de Brits-Nederlandse bariton Rick Zwart, zijn zangstudie aan het Conservatorium van Amsterdam bij Pierre Mak. Hier ontwikkelde hij zichzelf als klassiek musicus en was hij, tijdens de bacheloropleiding, meerdere malen te gast in producties van de ‘Dutch National Opera Academy’, evenals voormalig ‘Opera Studio Nederland’. Hij mocht rollen spelen als Figaro (Le nozze di Figaro – Mozart), Don Alfonso (Cosí fan tutte – Mozart), Publio (La clemenza di Tito – Mozart), Superintendant Budd (Albert Herring – Britten) en Filiberto (Il signor Bruschino – Rossini).
Naast al het theatrale geweld ontwikkelde hij zich in Amsterdam ook als oratoriumzanger en was in een vroeg stadium al als solist te beluisteren in uiteenlopende oratoria, waaronder, veelvuldig, in de passies van J.S. Bach.
Regelmatig bezoekt hij de bariton Tom Krause in zowel Salzburg als Hamburg, welke, – tot op de dag van vandaag, – zowel op als naast het podium, een blijvende inspiratie voor hem is.
Na het behalen van zijn bachelordiploma kon Rick de lokroep van zijn moederland niet weerstaan. Hij vertrok naar Londen om zijn vocale studie voort te zetten bij Robert Dean aan de Guildhall School of Music & Drama. In en om Londen was hij te horen in diverse concerten en oratoria en dompelde zich onder in de Britse muziekcultuur. Hij werd onderdeel van Guildhall’s prestigieuze opera opleiding en mocht, naast een overvloed aan scènewerk, rollen vertolken als The Duke (The Cunning Peasant – Dvorák), Eustachio (I pazzi per progetto – Donizetti) en Der Landarzt (Ein Landarzt – Hans Werner Henze) en was hij under study Gepetto (The Adventures of Pinocchio – Jonathan Dove) en Il Conte (Francesca di Foix – Donizetti).
Als ‘Samling Scholar’ mocht hij masterclasses volgen bij Sir Thomas Allen, Patricia MacMahon en Roger Vignoles, volgde liedklassen bij Graham Johnson, Eugene Asti en was onderdeel van de ‘dramatised poetry’ groep van Iain Burnside. In 2016 maakte hij zijn debuut bij de Royal Opera House in Massenet’s ‘Werther’ onder leiding van Antonio Pappano.
Na vier jaren in ‘The Big Smoke’ en als verse Master of Music en Master of Performance (met onderscheiding) keerde Rick terug naar het vaderland en vestigde zich weer in Amsterdam. Van hieruit werkt hij nu als breed inzetbare bariton met een voorliefde voor nieuwe (klassieke) muziek, oratorium en muziektheater.
Naast zijn werkzaamheden als klassiek musicus, ontwikkelt hij zich tegenwoordig ook in de lichtere zang- en muziektheatertechnieken. Dit doet hij onder begeleiding van Edward Hoepelman en Ivar Constenoble aan het Fontys Conservatorium Tilburg.
Robbert Muuse
Bariton Robbert Muuse is een bekende solist in concerten, opera’s en liedrecitals. Hij vertolkte als oratoriumzanger vele werken van renaissance tot hedendaags, variërend van motetten, solocantaten, missen, oratoria tot symfonieën en concertwerken. Zijn solorepertoire omvat de bas-en baritonpartijen in belangrijke werken uit het standaardrepertoire en talloze verrassende kleinere werken, zoals cantates en concertwerken. Hij werkte als solist met o.a. dirigenten Ed Spanjaard, Reinbert de Leeuw, Jan Willem de Vriend, Jos van Veldhoven, Klaas Stok, Erik van Nevel, Valéry Gergiev, Paul Goodwin en Christoph Poppen; met Holland Baroque, Combattimento Consort, de IJ-Salon (formatie uit Kon. Concertgebouworkest), Vlaams Radio Orkest, Concerto d’Amsterdam, De Nederlandse Bachvereniging, Southbank Sinfonia (Londen), het Verbier Festival Orchestra. In 2016 zong hij met pianoduo Arthur en Lucas Jussen de Carmina Burana van Carl Orff, o.l.v. Louis Buskens.
Hij zong tientallen operarollen, o.a. in opera’s van Tsjaikovsky (titelrol Onegin), Mozart, Purcell, Händel, Lully, Humperdinck, Bizet, J.Strauss, Donizetti, Janáček. Robbert zong 10 jaar als baroksolist in het Franse Ensemble Pierre Robert o.l.v. Frédéric Desenclos; in het herenensemble “Taralli” en freelance bij het Nederlands Kamerkoor.
Al 20 jaar zingt Robbert liedrecitals, meestal in samenwerking met pianiste Micha van Weers. Zij maakten samen diverse liedopnamen, waaronder Schubert ‘Die Schöne Müllerin’, en bij Challenge Records liederen van Cyril Scott, Ralph Vaughan Williams en Julius Röntgen.
Robbert Muuse werd vocaal gecoacht in Engeland door Gary Coward en de vermaarde liedpianist Julius Drake; hij studeerde solozang en opera cum laude af bij Mya Besselink (Conservatorium van Maastricht), vervolgde zijn studie bij Donald Litaker (Opernschule Karlsruhe), Liedgestaltung bij Konrad Richter (Stuttgart) en Hartmut Höll (Mozarteum Salzburg). Hij nam deel aan diverse internationale masterclasses van beroemde zangers en hij won verschillende prijzen.
Sander Heutinck
De bariton Sander Heutinck studeerde aan het Utrechts Conservatorium bij de alt Hebe Dijkstra. Daarnaast volgde hij de Operaklas van het Koninklijk Conservatorium in Den Haag o.l.v. Kenneth Montgomery. Hij volgde zanglessen bij Margreet Honig, Maarten Koningsberger, Aafje Heynis en David Wilson-Johnson. Thans wordt hij gecoacht door Peter Harrison. Al tijdens zijn studie legde hij de basis voor een uiteenlopend repertoire dat loopt van musical, operette en opera, via oratorium tot aan de liedkunst.
In het Operafestival van het Friese Spanga was hij te horen als Belcore (l’Elisir d’Amore) en Marullo (Rigoletto). Bij de Stichting Kameropera Nederland (Opera SKON) vertolkte hij: Papageno (die Zauberflöte), Colas (Bastien und Bastienne), Buff (der Schauspieldirektor) en Reinaert de Vos bij de wereldpremière van de gelijknamige opera van Ruud Bos en Ernst van Altena. Dit ‘Zangspel’ werd opgenomen en uitgezonden door NOS-radio. Sander Heutinck was hij te horen als Manuel in de kinderopera ‘Drama op straat’ bij het Noord-Hollands Philharmonisch Orkest en als Brune in de nieuwe Nederlandse opera ‘Van Alle Tijden – Van Alle Streken’ met het Noord Nederlands Orkest, op locatie gespeeld en uitgezonden door de NPS.
Sinan Vural
Bariton Sinan Vural is geboren in Ankara, Turkije. Hij heeft zang gestudeerd in Enschede bij Anne Haenen en in Amsterdam bij Cora Canne Meijer. Hij wordt nu gecoacht door Margreet Honig. Vorig seizoen was hij te horen in de opera The Black and the Beautiful van Fons Merkies en Selim Aziz, een productie van Holland Opera (voorheen Xynix Opera), waar hij deel uitmaakt van de basisbezetting. In eerdere seizoenen was hij te horen als Malatesta in Don Pasquale (G.Donizetti), Belcore in L’Elisir d’Amore (G.Donizetti), Grimbald in King Arthur (H.Purcell), Aeneas en Sorcerer in Dido and Aeneas (H.Purcell), Guglielmo in Così fan tutte (W.A.Mozart), Pimpinone in Pimpinone (G.Ph.Telemann), Polypheme in Acis and Galatea (G.F.Händel). Verder werkt hij regelmatig mee aan uitvoeringen van Opera per Tutti, een reeks van wekelijkse operaconcerten in de Vondelkerk in Amsterdam. Dit seizoen speelde hij in de muzikale komedie Lichtjes in je Ogen van Haye van der Heyden. Later op het seizoen werkt hij verder mee aan de opera’s Feeks en The Tempest bij Holland Opera. Volgend seizoen zal hij te horen zijn in de producties Romeo en Zeliha en Dido and Aeneas, wederom bij Holland Opera. Hij is ook vaak als solist te horen in het oratoriumrepertoire en geeft regelmatig liedrecitals, met een voorkeur voor Frans repertoire. Hij was vorig seizoen te gast bij Fringe Festival in Lynchburg, Virginia om met sopraan Claudia Patacca en pianist Nicholas Ross het hele liedoeuvre van Arthur Honegger uit te voeren en voor CD op te nemen. Deze CD verschijnt begin april.
Willem De Vries
Bariton Willem de Vries studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam bij Margreet Honig. Daarna volgde hij lessen bij Dietrich Fischer-Dieskau, Thomas Quasthoff, Graham Johnson, Jard van Nes, Rudolf Jansen, Udo Reinemann en Maarten Koningsberger.
De Vries is een veelgevraagd oratoriumzanger. Daarnaast zong hij vele operarollen in produkties van Barok Opera Amsterdam, Opera op Zak, het Grachtenfestival Amsterdam, Opera Trionfo, de Opera Studio van Amsterdam, het Zomer Opera Festival in Alden Biesen (België) en Opera Zuid.
Willem werkte mee aan een serie educatieve concerten van de Magische Muziekfabriek in samenwerking met Het Residentie Orkest en Het Radio Filharmonisch Orkest. Meer concerten met Willem als zanger en presentator geproduceerd door Tivoli Leidsche Rijn en de TROS waren een groot succes. Het betrof een serie concerten met de medewerking van Het Groot Omroepkoor, de TROS en de NTR, “Meneer Gijs wil een prijs”.
In april 2019 volgde een herneming van de speciaal voor het Concertgebouw gecomponeerde theaterstuk “Waterwerken” van Bob Zimmerman. In 2020 zou Willem de titelrol vertolken in Don Giovanni van Mozartin een produktie van Opera Compact. Tijdens het Prinsengrachtconcert in 2021 in Amsterdam was Willem één van de vocale solisten.
Willem de Vries is presentator van de zondagmiddageditie van De Muziekfabriek op NPO Klassiek. Dit is een dagelijks AVROTROS radioprogramma met vooral veel klassieke muziek.