
André Post
De tenor André Post studeerde aan het conservatorium van Zwolle bij Felix Schooneboom en later aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag bij Diane Forlano en Rita Dams, waarna hij zijn studie vervolgde aan het Internationaal Opera Centrum te Amsterdam o.l.v. Hans Nieuwenhuis en Winfried Maczewski. Hij volgde lessen bij Charlotte Margiono en wordt momenteel gecoached door Dunja Vejzovic in Stuttgart.
André Post begon zijn, nog jonge, carriere met ondermee de rol van Bajazet in Händels Tamerlano met het Utrechts Barok Consort o.l.v. Jos van Veldhoven: de rol van Vogelsang in Der Schauspieldirektor met het Nederlands Kamerorkest o.l.v. Philip Entremont tijdens de Uitmarkt in 1999 (TV registratie), de rol van Male Chorus in Brittens The Rape of Lucretia o.l.v. Richard Bradshaw, Don José in Peter Brooks La Tragédie de Carmen in een regie van Pierre Audi, en Reinbert de Leeuw, tijdens het Holland Festival, Thibault in Les vespres Siciliennes van G. Verdi in de NPS matinee o.l.v. Paolo Olmi en de titelrol in Gounod’s Faust te Heerlen. Flaminio in L’Amore dei Tre Re van Montemezzi o.l.v. Giuliano Carella in de NPS matinee en de wereldpremiere van Songs of Oblivion van Jeppe Moulijn. Onder leiding van Jurjen Hempel zong hij Charles Lindberg in Der Lindbergflug van Kurt Weil. Tevens maakte hij meerdere tournees door Duitsland met Opera- en Operette-repertoire.
Op het gebied van oratorium soleerde hij in de de Matthäus Passion van Bach met o.a.: het Münchner mottettenchor o.l.v. Heiko Siemens, met het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Hans Christoph Rademann en later met Daniel Reuss. Tevens met het Limburgs Symphonie Orkest o.l.v. Ed Spanjaard en met het Residentie Orkest o.l.v. Jos Vermunt. Hij vertolkte het Requiem van Schumann met het Residentie Orkest o.l.v. Jaap van Zweden en Bachs Jagdcantate met het Combattimento Consort o.l.v. Jan-Willem de Vriend en het Verdi Requiem met Holland Symfonia o.l.v. Ed Spanjaard. Zijn repertoire omvat o.a. ook Haydns Die Jahreszeiten en Die Schöpfung, de Messa di Gloria van Puccini Mahlers das Lied von der Erde (Schönberg Fassung).
In oktober 2007 werd André Post uitgenodigd door het Istituto di Cultura om zijn bijdrage te leveren aan het Pavarotti memorial Event in de Oude Kerk te Amsterdam. Dit Event werd op 90 verschillende plaatsen op de wereld gehouden ter nagedachtenis aan de tenor Luciano Pavarotti.
Recent zong hij met het Camerata KCO (musici uit het Concertgebouworkest) in Rome, Turijn en Parijs Mahler’s Lied von der Erde. Tevens werkte hij mee aan de wereld premiere in Utrecht van “the idea of peace” van Adrian Willems. Hij werkte mee aan diverse concerten waaronder de 9e symfonie van Beethoven met het Orkest van de 18e eeuw onder leiding van Frans Brüggen. Verder was hij te horen in de “Feestcantate” van Nicolai met het Orkest van het Oosten o.l.v. Jos Vermunt. Bij ditzelfde laatstgenoemde orkest zal hij binnenkort te horen zijn in het “Te Deum” van Berlioz.

Andreas Post
De tenor Andreas Post kreeg zijn eerste zangonderricht bij Alastair Thompson en studeerde in de zangklas van Prof. Ks. Soto Papulkas aan de Folkwang-Hochschule in Essen. De in Arnsberg geboren Andreas studeerde vervolgens schoolmuziek, veranderde echter in de richting van muziektheater/zang en behaalde zijn concertexamen met cum laude. Met Prof. Normen Shetler werkte hij aan vragen bij de liedinterpretatie. 1996/1997 ontving hij een beurs van het Schubert-Gesellschaft in Duisburg. In 1998 ontving hij de tweede prijs bij het elfde internationale Bach-concours in Leipzig evenals een bijzondere prijs van de MDR.
Zijn internationale werkzaamheden voeren hem regelmatig naar festivals zoals de Telemanndagen Magdeburg, de Musikfestspielen Dresden, de Tagen alter Musik Regensburg, de Händelfestspielen Halle en het festival van Vlaanderen in Brugge. Hij zong onder verschillende dirigenten zoals Ludger Rémy, Andreas Spering, Jan Willem de Vriend, Jos van Veldhoven, Philippe Herreweghe, Hermann Max, Peter Neumann, Christoph Schoener en Thomas Neuhoff. Hij trad o.a. op met het Collegium Vocale Gent, de Regensburger Domspatzen, de Nederlandse Bachvereniging, La Banda Augsburg, La Ciaccona München, de Hannoverschen Hofkapelle, Musica Alta Ripa, het Telemannischen Collegium Michaelstein, Combattimento Consort Amsterdam, het Göttinger Symphonie Orkest, de Essener Symphoniker, Wuppertaler Symphoniker, Düsseldorfer Symphoniker, de Carl-Philip-Emmanuel-Bach-Akademie Hamburg en de Rheinische Kantorei Dormagen en het Keuls Kamerkoor.
In de opera was Andreas Post te horen als Tamino/Die Zauberflöte van W.A. Mozart, Alfred in Johann Strauss’ Die Fledermaus, Macheath in Brittens The Beggar’s Opera, Samson in een enscenering van het gelijknamige oratorium van G.F. Händel, Astromonte in de herontdekte opera Der Stein der Weisen, waaraan W.A. Mozart o.a. ook componeerde, als Palemone in Schuters opera Amor e Psiche en als laatste was hij in 2006 als Pedrillo / in Mozarts Die Entführung aus dem Serail (coproductie van het Göttinger Symfonie Orkest met het Duitse theater Göttingen) te horen. Voor de heropname van die Entführung aus dem Serail in november 2007 werd hij opnieuw uitgenodigd.
Andreas Post houdt zich sinds 1995 intensief bezig met de liedkunst. In het kader van deze samenwerking zijn in 2002 en 2003 twee solo-CD’s van deze beide kunstenaars verschenen.
De veelzijdigheid en het uitgebreide repertoire van Andreas Post zijn op talrijke CD- en radio-opnamen vastgelegd.

Arco Mandemaker
Arco Mandemaker studeerde hoofdvak zang aan het Rotterdams Conservatorium bij Sylvia Schlüter en Maarten Koningsberger en hoofdvak koordirectie bij Barend Schuurman. Naast zijn conservatoriumopleiding nam hij deel aan masterclasses van onder anderen Barbara Bonney, Hans-Peter Blochwitz, Carolyn Watkinson, Margreet Honig en Ian Bostridge. Na zijn zangstudie specialiseerde hij zich in de barokke uitvoeringspraktijk bij Howard Crook. Op dit moment wordt hij gecoacht door Jard van Nes.
Arco ontwikkelde zich tot een veelzijdig zanger met een repertoire dat alle stijlperioden omvat. Zo was hij ondermeer te horen in de Johannes- en Matthäus-Passion van Bach, de oratoria van Händel, Haydn en Mendelssohn-Bartholdy, Le Roi David van Honegger, het Requiem van Mozart, King Arthur van Purcell, de Petite Messe Solennelle van Rossini.
Als liedzanger verzorgde hij recitals met liederen van ondermeer Beethoven, Britten, Dowland, Haydn, Mozart, Schubert, Schumann, Wieck en Wolf.
In het voorjaar van 2010 maakte hij zijn debuut met het repertoire van de grote Italiaanse operacomponisten: Bellini, Donizetti, Puccini, Rossini, Tosti en Verdi.
In 2005 richtte hij de stichting “Musica Inaudita” op, een stichting die zich bezighoudt met de uitvoering van “ongehoorde” muziek. Tevens werd hij artistiek leider en dirigent van het professionele “Gombert Consort” en het semiprofessionele “Schütz Vocaal Ensemble”.

Bernard Loonen
Studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Meinard Kraak.
Van 1988 tot 1992 was hij regelmatig te gast bij William Christie’s ensemble “les Arts Florissants”, waar hij meewerkte aan operas,concerten, opnames en tournees door Europa, Noord Amerika en Japan.
Op het operatoneel zong hij rollen als Ferrando, Belmonte, Rinuccio, Tamino en Arnalta in Nederland, bij Opera Factory Zürich, tijdens de festivals van Aix-en-Provence, Innsbruck en Massachusetts, bij de Vlaamse Opera, Antwerpen, Théâtre Municipal de Lausanne en het Teatro Colón, Buenos Aires; de operas van Lyon en Montpellier, en in Théâtre des Champs Élysées, Beseto Opera, Seoul, Zuid-Korea
In Nederland zong hij bij het Radio Symfonieorkest, Radio Kamerorkest, Orkest van het Oosten, het Noordelijk Philharmonisch, Het Brabants Orkest, Rotterdams Philharmonisch, Nieuw Ensemble, de Volharding, Combattimento Consort, en de Nederlandse Bachvereniging. Onder dirigenten als Ed Spanjaard, Kenneth Montgomery, Arnold Oestman, Jos van Veldhoven, Paul McCreesh, René Jacobs.
Tevens is hij actief als concertzanger in een breed repertoire van Monteverdi tot Britten en Tippett.
In de barokmuziek zijn, naast de grote oratoria van met name Bach, de typische buffo-travestie rollen in “venetiaanse” operas tot de regelmatige werkzaamheden gaan behoren.
In de nieuwere muziek van nederlandse bodem was hij betrokken bij premières van composities van o.m. Klaas de Vries, Willem van Manen, Jan Bus, Peter Schat en Robert Heppener.
In 1993 richtte hij “The Lost Maples” op, een ensemble dat zich toelegt op vocale kamermuziek, dat optrad in Nederland, Zwitserland, Duitsland en België alsmede voor BBC Radio. In september 2001 brachten zij in Amsterdam een productie van Handel’s “Acis and Galatea”
Opvallende producties:
1998 evangelist/Mattheus Passion met het SWF Orchester olv. Michael Gielen te Freiburg, Liederen op Hebreeuwse teksten van Shostakovitch met het Radio Kamerorkest olv. Gabriel Chmura NPS-productie van Robert Heppener’s “een ziel van Hout”
2000 Benjamin Britten als de dominee in Peter Grimes bij de Nationale Reisopera; Madwoman in Curlew River tijdens Zeeland Nazomer Festivals te Middelburg.
2001 de mannelijke hoofdrol in de succesvolle nederlandse premiere van Poulenc’s “Les mamelles de Tiresias”, tevens op CD verschenen. Trad op in “Akhnaton” van Philip Glass, in de opvallende premiere van “Stalin en de smaak van paardehaver “ van Jan Bus, en zong Vaughan Williams’ “On Wenlock Edge” met Het Reizend Muziekgezelschap.
2002 debuut bij het Freiburger Barockorchester in Mozart’s “La finta giardiniera” ;als Linfea in Cavalli’s “la Calisto” aan de Deutsche Staatsoper Berlin; Purcell’s “The fairy Queen” te Salamanca.
2003 geënsceneerde versie van Leos Janacek’s cyclus “Dagboek van iemand die verdween” ; Nationaal Ballet productie met songs van Kurt Weill. Titelrol in de opera “Ibn Sina” gecomponeerd door Michiel Borstlap in opdracht van de Emir van Qatar, die in wereldpremière ging te Doha, in oktober 2003.
2004 Gerald Finzi’s “Dies Natalis” en Britten’s “Serenade”; Jazzoratorium (Erwin Schulhoff) met Ebony Band olv. Werner Herbers (2009 op CD uitgebracht door Channel Classics, Tamino in Mozart’s Zauberflöte bij Beseto Opera in Seoul, Korea.
2005: War Requiem (Britten), als Mao Tse Toeng in Nixon in China (John Adams).
Monteverdi’s Combattimento voor HTR-Televisie, Zagreb.
November 2005 Stravinsky’s In memoriam Dylan Thomas bij het Nationaal Ballet
2006: Nederlandse Bachvereninging (Handel/ Esther); Tamino (Zauberflöte) op tournee door Nederland; Purcell/ Fairy Queen (Malaga)
En verder:Met het Nederlands Blazers Ensemble producties van Mozart’s Zauberflöte (2006) en Cosi fan tutte (2007), en van Rossini de Barbier van Sevilla en Il Turco in Italia (2008).
2010: evangelist in de Mattheus Passion met de Academy of Ancient Music o.l.v. Richard Egarr.

Daniel Van Kessel
Na zijn studie Bedrijfseconomie besloot Daniël van Kessel in 2004 voor zijn passie te kiezen en zang te gaan studeren aan het Rotterdams Conservatorium bij Roberta Alexander, Carolyn Watkinson en Frans Huijts waar hij in 2009 afstudeerde. Momenteel studeert Daniël bij Howard Crook. Coaching kreeg hij onder andere van Vinson Cole, Claron McFadden, Nico van der Meel, Alison Pearce en Udo Reinemann.
Daniël is ondertussen een veelgevraagd oratoriumzanger gespecialiseerd in het barokrepertoire, met name Bach en Händel.
Naast oratorium heeft Daniël ook in vele opera’s gezongen. In 2009 zong Daniël onder leiding van Glenn Wilson de rol van Lucano in Monteverdi’s L’incoronazione di Poppea bij de Nieuwe Opera Academie en – in de zomer – een solopartij in Purcell’s Fairy Queen onder leinding van Claron McFadden en Alessandro Pianu. In januari 2010 zong Daniël de rol van Mayor in Britten’s Albert Herring, onder leiding van Jon Berman en Alexander Oliver. Tijdens het festival “Flagstaff in Fidenza” (Italië) zong Daniël scènes uit Rossini’s Barbiere de Siviglia. Daniël ontving daarvoor een beurs van het Prins Bernhard Cultuurfonds.
Ook zong Daniël als solist in de Cantate No. 4 van Bach onder leiding van Sir Roy Goodman en als haute-contre in “Le reniement de St. Pierre” (Charpentier) en het Requiem van Jean Gilles.
Het afgelopen jaar zong Daniël de tenorsolo’s in The Messiah met het Residentie Bach Ensemble onder leiding van Jos Vermunt. Daarnaast zong Daniël zowel de Evangelist als de aria’s in de Johannes, Lukas en de Matthäus Passion. Daniël sloot het Passieseizoen af in de Oosterpoort te Groningen als Evangelist in de Matthäus Passion onder leiding van Geert-Jan van Beijeren Bergen en Henegouwen.

Dolf Drabbels
De Nederlandse tenor Dolf Drabbels studeerde solozang aan het ArtEZ conservatorium in Arnhem bij Harry van Berne. Hij volgde masterclasses bij Roberta Alexander, David Wilson Johnson en Beryl Foster. Tegenwoordig wordt Dolf Drabbels gecoacht door Hanneke de Wit.
Inmiddels is Dolf Drabbels een veelgevraagd solist en hij heeft gewerkt met de vooraanstaande dirigenten Daniel Reuss, Klaas Stok, Etienne Siebens en Jan Willem de Vriend.
Verder heeft hij zich bekwaamd als ensemblezanger en zingt regelmatig in gerenommeerde ensembles zoals Cappella Amsterdam o.l.v Daniel Reuss, Amsterdam Baroque Choir o.l.v Ton Koopman, het Nederlands Kamerkoor o.l.v. Peter Dijkstra en het Groot Omroep Koor.
Een greep uit het repertoire van Dolf Drabbels omvat de missen en het Requiem van W.A. Mozart, de cantates en de passies van J.S. Bach, de Messiah van G.F. Händel, de missen van L. van Beethoven en verschillende werken van J. Haydn. Ook is Dolf Drabbels thuis in het liederenrepertoire van de componisten F. Schubert, R.Schumann, G. Fauré en F. Poulenc.
Op 25 maart 2018 maakt Dolf Drabbels zijn debuut als solist bij Holland Baroque in het Orgelpark te Amsterdam.

Erik Janse
Naast de tenor-aria’s in beide Bach Passionen heeft hij de aria’s uit meer dan 70 Bach-cantates gezongen, waaronder de solocantate voor tenor in de Utrechtse Dom. Hij trad diverse malen als solist op in de Messiah van Händel, in diverse Missen en het Requiem van Mozart. Een hoogtepunt blijft vertolking van de Evangelist in de Bach-Passionen.
Romantisch repertoire voerde hij uit zoals de Petite Messe Solennelle (Rossini), het Requiem van Verdi, de Messa di Gloria (Puccini), de Misa Criolla ( Ramirez), de Elias ( Mendelssohn), de Messe Solennelle (Gounod), de Nicolas cantate (Britten) en het Oratorio de Noël (Saint-Saëns). Hij trad op met de liedcycli Dichterliebe van Schumann, de Schöne Müllerin en de Winterreise van Franz Schubert als ook met diverse bekende opera aria’s van onder meer Verdi, Puccini en Gounod. Bij de Nationale Opera verzorgde hij met de pianist Maarten Hillenius succesvolle lunchconcerten met liederen van Liszt (2015) en van Mendelssohn (2017).
Ook hedendaags werk zong hij met orkest zoals Nova Zembla van Sylvia Maessen, Orkestliederen en Vasalisliederen van Gijs Meeusen, de Jona-cantate van Van der Mullen en Nunc Dimittis van Helmuth Barbe.
Erik zingt sinds 2014 als freelancer bij diverse producties in het koor van de Nationale Opera. Erik studeerde zang bij Sasja Hunnego en Pierre Mak en Evert Jan Nagtegaal. Nu wordt hij gecoacht door operatenor Marcel Reijans. In 2016 zong hij onder andere een hoofdrol in de opera Il Pirata van Bellini en de tenorsolo in het Requiem van Verdi.

Falco Van Loon
Tenor Falco van Loon begon al vroeg met zingen. Bij zijn eerste koor heeft hij al op jonge leeftijd ervaring mogen opdoen als solist. Falco studeerde aan de conservatoria van Enschede en Arnhem bij Annette Kleine, Harry van Berne en Lodewijk Meeuwsen. Deze opleiding rondde hij met goed gevolg in 2007 af. Daarna studeerde hij nog een jaar aan de Messiaen Academie en later volgde hij lessen bij Meinard Kraak en Frans Fiselier. Masterclasses werden gevolgd bij onder andere Marien van Nieukerken, Breda Zakotnik, Pierre Mak, David Wilson-Johnson, Bernard Loonen en Meinard Kraak. Momenteel wordt hij gecoacht door Gemma Visser.
Falco is in korte tijd uitgegroeid tot een veelgevraagd solist. Hij heeft reeds vele concerten gegeven met muziek uit diverse stijlen door de eeuwen heen. Naast het Weihnachtsoratorium en vele andere cantates van J.S. Bach oogstte hij met name veel succes met de rol van Evangelist in de verscheidene passies. Naast het repertoire van J.S. Bach zong Falco in diverse oratoriumwerken, waaronder het Requiem van Mozart, de Elias van Mendelssohn, het Stabat Mater van Haydn en Schubert, de Petite Messe Solennelle van G. Rossini en andere grote werken. Veel waardering kreeg hij bij zijn vertolkingen in de liedkunst en ander concertrepertoire, waaronder de Serenade en de Nicolas Cantate van B. Britten.
Sinds 2008 heeft Falco parttime een vaste aanstelling bij het Groot Omroep Koor. Daarnaast zingt hij regelmatig zowel solo als in koorverband bij verschillende professionele ensembles.

Frank Fritschy
Frank Fritschy is zonder twijfel één van de meest veelzijdige concertzangers die Nederland rijk is. Zo heeft hij niet alleen een heel uitgebreid repertoire opgebouwd dat muziek omvat van de vroege barok tot en met de 20e eeuw, maar ook de muziekgenres die hij zingt zijn zeer divers. Zo weet hij zijn flexibele stem moeiteloos aan de muziekstijl aan te passen of het nu gaat om de snelle coloraturen in de barokmuziek of het rauwe en cabareteske klankidioom van Kurt Weill; het subtiele tekstgebruik bij de liederen van Schubert of de grote vocale lijnen bij opera; ja zelfs het lichte repertoire is hem niet vreemd.
Door deze veelzijdigheid zong hij met de meest uiteenlopende artiesten als: Ulrik Gold, Emma Kirkby, Ernst Daniël Smid en Katinka Hart en onder dirigenten als Reinbert de Leeuw, Philippe Herreweghe, Ed Spanjaard, Jos van Immerseel en Lucas Vis.
Frank Fritschy begon zijn zangstudie bij de bekende Annie Hermes en studeerde vervolgens aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Nog vóór zijn concervatorium-studie maakte hij reeds zijn debuut als concertzanger.
Vervolgens boekte hij successen tijdens de eerste Matthäus Passion in Zuid Amerika en tijdens grote muziekfestivals in Barcelona, Moskou en München. Hij stond op podia in bijna alle Europese hoofdsteden zoals recentelijk nog in Praag, Wenen en Bratislava.
Hij was te horen en te zien op radio en tv in o.a. Frankrijk en Bulgarije, en maakte vele CD opnames. (o.a. in de eerste Matthäus Passion opname met het Holland Boyschoir). Verder zingt hij in binnen en buitenland regelmatig liedrecitals met een voorliefde voor het Duits-romantische repertoire. Hij was enkele jaren als leraar verbonden aan de Hoge School voor de Kunsten in Arnhem.
Frank Fritschy’s veelzijdigheid uit zich ook in een brede interesse. Zo houdt hij zich in zijn schaarse vrije tijd bezig met tuinarchitectuur en landschapsinrichting.

Gerben Houba
De tenor Gerben Houba zingt al zijn hele leven. Op zeventienjarige leeftijd inspireerde zijn muziekleraar Cees Mobach hem om zanglessen te nemen. Zijn huidige coaches zijn Marcel Reijans en Paul Triepels, daarvoor studeerde hij zang bij Geert Berghs. Hij volgde masterclasses bij Margeet Honig en Kurt Equiluz en bij regisseur Maarten Vonk volgde hij acteer- en bewegingslessen. In 2010 ontving hij op het Peter de Grote Festival in Groningen de Honorary Award for outstanding Musicianship. Als concertsolist maakte hij in 2007 zijn debuut in de grote zaal van het concertgebouw met werk van Helmut Barbe. Verder zong hij Strawinsky’s Cantata en The Voynich Cyphermanuscript van Hans-Peter Kyburz. Dit laatste stuk bracht hij ten gehore in de grote zaal van Cite de la Musique in Parijs. Naast de meer hedendaagse muziek is Gerben ook regelmatig als solist te beluisteren in traditionele oratoria van componisten als Mozart, Händel en Bach. Van Bach staan naast veel arias ook de evangelistpartij in zowel de Johannes Passion als de Matthäus Passion op zijn repertoire.
Op het gebied van opera soleerde hij in diverse producties, zoals de titelrol in Orfeo van Monteverdi, in Thyeste van Jan van Vlijmen en in 2009 de titelrol in Dichtertje, een nieuw geschreven opera van Harke-Jan van der Meulen, naar de gelijknamige novelle van Nescio.
Gerben maakt deel uit van het vocaal kwartet Quatre Bouches. Verder is hij als remplaçant verbonden aan het Groot Omroepkoor en maakt hij sinds 1995 deel uit van de vaste bezetting van Cappella Amsterdam onder leiding van Daniel Reuss.

Gevorg Aperánts
Opgegroeid in een muzikaal gezin zingt de tenor Gevorg Aperánts (1986) sinds zijn negende levensjaar. Hij begon zijn muzikale ontwikkeling in IVAK Delfzijl bij Nanny ter Wiel. Zijn Bachelors sloot hij af aan het Conservatorium van Amsterdam bij Pierre Mak en zijn Masters aan het ‘Dutch National Opera Academy’ bij Raymond Modesti en Ira Siff. Naast zijn studies volgde Gevorg masterclasses onder andere bij Nelly Miricioiu (sopraan), David Parry (dirigent), Ruggero Raimondi (bas-bariton), Dennis O’Neill (tenor) en William Matteuzzi (tenor).
Gevorg begon zijn internationale carrière bij de ‘Staatsoper Hannover’ waar hij van 2013 tot 2017 deel uit maakte van het solistenensemble. Tijdens zijn engagement in Hannover werkte hij mee met producties als ”Tosca”, ”Un Ballo In Maschera”, ”La Traviata”, ” La Forza Del Destino”, ”Candide”, ”Le Nozze Di Figaro”, ”Rigoletto” en vele anderen.
Naast de ‘Staatsoper Hannover’ heeft Gevorg ook met andere bekende Duitse operahuizen mogen samenwerken, onder andere met de ‘Staatstheater Cottbus’ en het ‘Deutsche Nationaltheater und Staatskapelle Weimar’. Zijn repertoire varieert van oude muziek tot de hedendaagse klassieke muziek. Naast het klassieke repertoire voelt hij zich ook thuis in het Jazz en muziektheater. In de Clingenburg Festspiele 2018 productie van de legendarische musical ”West Side Story” van L. Bernstein heeft Gevorg de publiekspijs ‘beste mannelijke acteur’ mogen ontvangen voor zijn vertolking van de hoofdrol Tony.

Harry Van Berne
Studeerde cello en solozang aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam. Verdere studie werd gevolgd bij o.a. Margreet Honig in Amsterdam en Anthony Rolfe Johnson in London. Harry van Berne is een veelgevraagd solist in opera, op concerten en oratoriumuitvoeringen. Tevens geeft hij liederenrecitals, daarbij begeleid door piano of luit.
Als solist wordt Harry geïnviteerd om te concerteren, naast de concerten in eigen land en de andere landen van West-Europa, o.a. in de USA, het Midden-Oosten, Japan en Zuid-Amerika. Zijn uitgebreide repertoire omvat werken uit alle stijlperiodes: van de vroege Middeleeuwen tot en met composities van eigentijdse muziek, waarvan sommige speciaal voor hem werden geschreven. Naast zijn solistische activiteiten heeft ook de professionele ensemblezang zijn aandacht, gezien de verbintenissen met het Nederlands kamerkoor (2e helft jaren ‘80) en (op dit moment) de solistisch bezette, internationaal gereputeerde ensembles: Quink, Gesualdo Consort en het Huelgas Ensemble. Ook geeft Harry regelmatig cursussen en workshops over specifieke onderwerpen of stijlperiodes, zowel voor solozangers als voor ensembles.
Hij is als dirigent werkzaam en als hoofdvakdocent solozang is Harry verbonden aan het ArtEZ conservatorium. Harry werkte als solist reeds met vele bekende dirigenten en orkesten samen, waaronder René Jacobs, Philippe Herreweghe, Jos van Immerseel, Ton Koopman, Michael Schneider, Jaap van Zweden, Arnold Östman, Jos van Veldhoven en Reinbert de Leeuw, The Amsterdam Baroque Orchestra, La Stagione Frankfurt, het NedPho en het Schönberg Ensemble, De Vlaamse Philharmonie en het Orchestre des Champs Elysées.

Henk Gunneman
Henk Gunneman studeerde zang en piano aan het Conservatorium te Groningen.
In zijn studietijd, waarin hij lessen genoot van Grethe de Vink, volgde hij o.a. zang- en interpretatiecursussen bij Max van Egmond en Thom Bollen. Na zijn UM diploma vervolgde hij zijn opleiding in Engeland bij oude muziek specialist Nigel Rogers en na die periode aan de Britten-Pears School for Advanced Musical Studies te Aldeburgh waar hij lessen kreeg van Diana Forlano en Anthony Rolfe Johnson.
Na een aantal jaren privé-lessen te hebben gevolgd bij Margreet Honig te Amsterdam en Ronald Klekamp te Haarlem bekwaamt hij zich nu bij Matthijs Mesdag te Zaandam. Christoph Prégardien coachte hem met de interpretatie van Bach’s evangelistenpartijen.
Henk heeft zich een breed repertoire eigengemaakt en wordt als solist veel gevraagd voor oratorium concerten in het land. Hij heeft zich gespecialiseerd in de grote Passionen en Cantates van J.S.Bach waarin hij vooral als evangelist maar ook in de aria’s veelvuldig te horen is.
Hij zong onder meer in de oratoria van Händel zoals de ‘Messiah’, ‘Judas Maccabeus’ en ‘Israël in Egypt’; het ‘Requiem’ en diverse Missen van Mozart; ‘Die Schöpfung’ en het ‘Stabat Mater’ van Haydn; ‘Oratorio de Noël’ van Saint-Saëns en de ‘Saint Nicolas Cantata’ van Benjamin Britten en in nog vele muziekstukken van andere bekende en minder bekende componisten.
Hij werkte met diverse dirigenten zoals Erik van Nevel en Jos van Veldhoven en met orkesten als het Gelders Orkest, Il Concerto Barocco en Florilegium Musicum.
Sinds 1992 maakt hij als ensemblezanger deel uit van ‘The Amsterdam Baroque Choir’ o.l.v. Ton Koopman waarmee hij concerten gaf in diverse Europese landen zoals Italië, Spanje, Frankrijk, Duitsland, Polen en Zweden en tournees maakte naar Amerika en Japan. Tevens zingt hij regelmatig met het Nederlands Kamerkoor, Cappella Amsterdam en het Groot Omroepkoor.
Bij de Nederlandse Opera vertolkte hij solistische en ensemble rollen in ‘Die Glückliche Hand’ van Arnold Schönberg, ‘Die Meistersinger’ van Richard Wagner en ‘Die Soldaten’ van B.A.Zimmermann. Bij Opera Zuid werkte hij mee aan een ‘Dido & Aeneas’ productie van Henry Purcell.
Sinds 2001 maakt hij deel uit van het mannenensemble ‘Men’s Voices’ waarmee hij o.a. in Nederland, België, Luxemburg en Duitsland close harmony optredens verzorgt met speciaal voor dit ensemble gearrangeerde muziek uit het retro-repertoire van de twintiger tot vijftiger jaren.

Jan-willem Schaafsma
Jan-Willem Schaafsma studeerde aan het Koninklijk Conservatorium bij Rita Dams, Barbara Pearson en Diane Forlano, en haalde in 2004 zijn masterdiploma aan De Nieuwe Opera Academie. Daarna werd hij gecoacht door Marcel Reijans en Ira Siff.
Hij vertolkte verscheidene rollen in het kader van De Nieuwe Opera Academie. Na zijn master zong hij o.a. Lysander in A Midsummer Night’s Dream (Britten) en Belmonte uit Die Entführung aus dem Serail (Mozart) en Dr. Cajus in Falstaff (Verdi) in het kader van het IVAI-festival in Tel Aviv.
In 2006 trad hij op in de NPS-zaterdagmatinee Fanciulla del West (Puccini) o.l.v. Edo de Waart. Bij de Nationale Reisopera was hij te zien in La Barca (Banchieri) en speelde hij de titelrol in Candide (Bernstein).
Onder leiding van maestro Ed Spanjaard speelde Jan-Willem Fabrizio in Mirandolina (Martinů, Opera Trionfo) met het Nieuw Ensemble. Bij De Nederlandse Opera was hij te zien in Platée (Lully), Deidamia (Händel) en Die Meistersinger von Nürnberg (Wagner).
Jan-Willem vertolkte de aria’s in de eerste Matthäus Passion (Bach) die Reinbert de Leeuw dirigeerde, met het Limburgs Symfonie Orkest. Zijn concertrepertoire bevat verder onder meer Messiah (Händel), Johannes Passion, Weihnachtsoratorium (Bach), Requiem en verscheidene missen van Mozart, alsmede Petite Messe solennelle (Rossini), Stabat Mater (Dvořák), St. Nicolas Cantata (Britten) en vele andere werken.
Jan-Willem werkte onder dirigenten als Ed Spanjaard, Edo de Waart, Ivor Bolton, Kenneth Montgomery, José Esandi, Wouter Padberg en Reinbert de Leeuw.
Verder maakt hij ook deel uit van de succesvolle vocale groep Frommermann: vijf mannenstemmen, piano en gitaar met muziek van o.a. de Comedian Harmonists.

Jeroen De Vaal
Jeroen de Vaal studeerde aan het conservatorium te Utrecht bij Eugénie Ditewig en volgde daar de operaklas bij Monique Wagemakers en Jan Slothouwer.
Na zijn studie volgde hij lessen bij Eric Tappy te Lausanne en bij Marcel Reijans.
Masterclasses volgde Jeroen onder meer bij Jard van Nes, Udo Reinemann en Jon Thorsteinsson. Op dit moment wordt hij gecoacht door de tenor Valentin Jar.
Jeroen de Vaal werkte in operahuizen als De Nederlandse Opera, Opera Zuid, De Vlaamse Opera, De Munt, Opéra National de Lyon, Opéra national du Rhin, Le Grand Théâtre de Luxembourg, de Wiener Kammeroper en Theater an der Wien, waar hij werkte met dirigenten als Hartmut Haenchen, William Christie, Ivor Bolton, Daniel Hoyem-Cavazza, Gérard Korsten, Peter Dijkstra, Gijs Leenaars en Boudewijn Jansen.
Hij werkte onder meer met de volgende regisseurs: Pierre Audi, Adrian Noble, Laurent Pelly, Francois Girard, Waut Koeken, Wim Trompert, Andreas Homoki, Guy Cassiers, Vincent Boussard, Willy Decker en Claus Guth.
In seizoen 2010-2011 zong hij de rol van Squeak in Billy Budd Bij De Nederlandse Opera onder leiding van Ivor Bolton en eerder in dat seizoen Die Soldaten van Zimmermann gedirigeerd door Hartmut Haenchen. In december 2010 zong Jeroen ook de rol van 3.Knappe in de Matinee concertserie in het Concertgebouw onder leiding van Jaap van Zweden tijdens een concertante uitvoering van Wagner’s Parsifal
In seizoen 2011-2012 zong hij onder andere de rol van Carlo in “Der Turm” (Claude Lenners) aan het Grand Théâtre van Luxemburg onder leiding van Jean Deroyer, Orfeo (pastore/spirito/eco) in Theater an der Wien, gedirigeerd door Ivor Bolton en zong Jeroen in Parsifal (4. Knappe) in bij DNO, met het Koninklijk Concertgebouworkest, onder leiding van Ivan Fisher en in de regie van Pierre Audi.
Dit seizoen staat onder meer een productie in België en Frankrijk op het programma, Princesse Turandot, geproduceerd door Walpurgis en geregisseerd door Judith Vindevogel en zal hij wederom te horen en te zien zijn in een productie van De Nederlandse Opera, Die Meistersinger von Nürnberg, gedirigeerd door Marc Albrecht en geregisseerd door David Alden.
Jeroen is een veelgevraagd concertzanger en is dan ook regelmatig te horen in J.S. Bach’s Passionen en Cantaten, de Hohe Messe en het Weihnachts-oratorium. In 2011 werd hij uitgenodigd om in Slovenië “Die Jahreszeiten” van Haydn met het Slovenian RTV Orchestra.
Op het gebied van kamermuziek maakt Jeroen deel uit van Frommermann en samen met pianiste Shuann Chai en sopraan Tamar Niamut geeft Jeroen regelmatig concerten met diverse lied programma’s.

Livio Gabrielli
De Italiaanse tenor Livio Gabrielli voltooide zijn studie bij Jane Mengedoht aan het Conservatorium
van Zürich, waar hij tevens afstudeerde voor het opera- en concertdiploma.
Tijdens zijn studie bereikte hij de halve finale van het internationale zangconcours “Francisco Viñas“
in Barcelona, zong hij de hoofdrol in “Der Graf von Luxemburg” van Lehár en maakte als Tamino
een tournee van 100 voorstellingen in Mozart’s “Zauberflöte”.
De afgelopen jaren trad hij op als solist in Zürich, Basel, Italië, Frankrijk (Festival de Nantes) en Bilbao (dir. Michel Corboz), Genève (Victoria-Hall) en uiteraard ook op diverse Nederlandse podia, waaronder het Concertgebouw in Amsterdam. Hij zong hoofdrollen in o.a. “Viva la mamma” van Donizetti, op uitnodiging van de Hoofdstadoperette Amsterdam een seizoen lang de rol van Tassilo in “Gräfin Mariza” van Kálmán, vervolgens in Basel de rol van Paris in “La belle Hélène“ van Offenbach, Ferrando in “Cosi fan tutte” van Mozart bij Opera Trionfo, Elvino in “La Sonnambula” van Bellini en in Duitsland nogmaals “Die Zauberflöte”.
De rol van Fenton in Verdi’s opera “Falstaff” zong hij tijdens een tournee in Italië met als hoogtepunt een voorstelling in het theater Regio di Parma. Daarna werd zijn repertoire verrijkt met de titelrol in “Ernani”, Oronte in “I Lombardi”, Ismaele in “Nabucco” en Alfredo in “La Traviata” (o.l.v. Arjan Tien) van Verdi en Turiddu in “Cavalleria rusticana” van Mascagni.
Tevens trad hij met het Orkest der Lage Landen o.l.v. Walter Proost verscheidene malen in België op met het programma “Hommage à Mario Lanza”.
Ook als oratoriumzanger is hij een veelgevraagd solist. Tot zijn repertoire behoren de belangrijkste werken van Bach, Händel, Mozart, Schubert, Mendelssohn, Rossini, Puccini, Verdi, Berlioz, Gounod, Martin, Honegger, Orff. Werken die hij regelmatig zingt zijn o.a. de “Petite Messe Solennelle“ van Rossini, de “ Messa di Gloria” van Puccini en het Requiem van Verdi.
Geboren en opgegroeid in een tweetalige en culturele omgeving, profileert hij zich sinds enige jaren steeds meer in het romantische Franse en Italiaanse lyrische repertoire, met een speciale affiniteit voor het werk van Puccini.
Livio Gabrielli geniet het grote voorrecht begeleid te worden door Gemma Visser en Nicolai Gedda.

Marcel Reijans
Marcel Reijans is één van Nederlands toonaangevende tenoren. Al sinds 1990 is hij actief op nationale en internationale podia in opera, oratorium en kamermuziek. Zijn repertoire strekt zich uit van barok tot en met muziek uit de 21ste eeuw.
Hij wordt geprezen om zijn vertolkingen van lyrische rollen in Mozart, Strauss en Wagner en hij zong meer dan 80 operarollen in vele vooraanstaande operahuizen over de hele wereld: Amsterdam, Brussel, Parijs, New York, Boston, Philadelphia, Barcelona, Dresden, Hamburg, Baden Baden, Palermo, Bologna, Genève, Lyon, Aix-en-Provence, Antwerpen.
Ook op het concertpodium is zijn repertoire zeer omvangrijk: Bach, Händel, Mozart, Beethoven, Rossini, Mendelssohn, Verdi, Mahler, Britten.
In Nederland werkte Reijans met alle professionele orkesten (Koninklijk Concertgebouworkest, Rotterdam Philharmonisch Orkest, Residentie Orkest, Radio Filharmonisch Orkest, Phion, Philharmonie Zuidnederland, Noord Nederlands Orkest) en zong hij vele rollen bij De Nationale Opera, Nederlandse Reisopera, Opera Zuid en de NTR ZaterdagMatinee.
Na het voltooien van de studies Politicologie en Communicatiewetenschap studeerde Marcel Reijans klassiek zang in Amsterdam, Philadelphia, New York en San Francisco.
Marcel Reijans is senior docent en coördinator van de afdeling Klassiek Zang aan het Codarts Conservatorium van Rotterdam. Daarnaast leidt hij zijn eigen privé vocal studio genaamd “Studio Fritz”.
www.marcelreijans.com

Marten Smeding
Marten Smeding was eerst amateur-zanger, die naast het beroep van onderwijzer veel optredens verzorgde met liedrepertoire van Duitse en Franse componisten.
Bij deelname aan het Internationaal Vocalistenconcours te Den Bosch haalde hij de halve finale.
Langzamerhand schoof hij op in de richting van het oratoriumvak, met vooral veel evangelistpartijen in de Bach passionen. Zanglessen en coaching ontving hij o.a. van :
Maria Pluister-Leentvaar, Gé Neutel, Bernhard Kruysen, Robert Holl en Henk Smit.
Vanaf 1991 vestigde Marten Smeding zich als professioneel freelance zanger.
Al spoedig zong hij vele kleine rollen bij de Nederandse Opera en enkele partijen in de Vara matinée. Daarna volgde ook het buitenland (o.a. Frankfurt am Main en het Théatre Royal de La Monnaie te Brussel).
Zijn voorzichtige opschuiven van liederen, via oratorium naar opera, is het gevolg van een gestage stemontwikkeling. Bij de aanvang van zijn zangcarrière schreef een recensent nog: “Een heldere, lichte tenorstem, bijna tegen het timbre van een countertenor aan”. Later verscheen een verslag over de opera “Merlijn” waarin Marten Smeding de rol van koning Arthur zong en waarbij men zelfs sprak van een “heldentenor”.
Opmerkelijk is dat Marten Smeding, hoewel nu in hoofdzaak operazanger, toch ook regelmatig teruggrijpt naar waar het begon: de liederen en het oratorium. Hij is daarmee één van de weinige tenoren die in dit soort partijen de dramatische wendingen ten volle kan benutten en niettemin toch ook de lichtere facetten aan bod kan laten komen.
Als liedzanger werkt Marten Smeding samen met de pianisten Wim Stoppelenburg (in Duits en Frans repertoire, maar ook in composities van Stoppelenburg zelf), Han-Louis Meijer (met veelal Oost-Europese componisten alsmede Belcanto-repertoire) en Arjan Breukhoven (met wie hij ook enkele CD’s maakte).
Als operazanger zong hij hoofdrollen in opera’s van Mozart (Idomeneo) Donizetti (L‘Elisir d’amore) Gounod (Faust) Beethoven (Fidelio) Strauss (Ariadne auf Naxos), Verdi ( Aida en La Traviata) en Wagner (Der fliegende Holländer).
Gedurende zijn carrière werkte Marten Smeding samen met dirigenten als: Simon Rattle, Edo de Waard, Hartmut Haenchen, Antonio Papano, Valery Gergiev, Ricardo Chailly en Kazushi Ono.
In het seizoen 2008-2009 zong hij zeer veel concerten met o.a. Bach (de passionen), Britten (Nicolas Cantate), Mendelssohn (Paulus en Elias), Dvorak (Requiem en Stabat Mater), Beethoven (o.a.vier keer de Negende Symphonie met het Gelders Orkest) en Verdi (Requiem).
Inmiddels verscheen ook een DVD waarop Marten Smeding te zien is, o.a. in Turandot (o.l.v. Chailly) en Chovantsjina (o.l.v. Ono)

Mattijs Hoogendijk
Mattijs Hoogendijk voltooide zijn zangstudie in Zwolle cum laude. Het programma bestond uit Dichterliebe van Robert Schumann en Tamino uit Mozart’s Zauberflöte. Mattijs had les van Felix Schoonenboom en vervolgde zijn studie bij Cora Canne Meijer.
Met zijn soepele, lyrische geluid en gemakkelijke hoogte heeft Mattijs zich ontwikkeld tot een veelzijdig zanger met een evenzo veelzijdig repertoire. Mattijs stond in verschillende operaproducties waaronder “Figaro!”, van Opera Nijetrijne, King Arthur (Purcell) en Orfeo (Claudio Monteverdi). Hij was te horen in muziektheaterproducties als “Jonah the Naysayer” (Willem Breuker), “William and Mary” en “Purcell Gala”. Komend seizoen staan zomerfestivals in Frankrijk en een tournee langs de Nederlandse theaters met “Händel Revue” van Barokopera Amsterdam op stapel.
Op het gebied van oratorium soleerde Mattijs in o.a. de Maria Vespers van Monteverdi, de Messiah, het Mozart Requiem, Rossini’s Petite Messe Solennelle en de Bach Passionen. Zo zong hij de evangelist in een Johannes Passion onder leiding van Nico van der Meel en Bachcantates met Die Kölner Akademie in Istanbul.
Vergezeld door zijn vrouw Sonia Bjornsen en begeleid door luitist Lex van Sante staat Mattijs binnenkort op de planken met muziek van Dowland, Byrd en Ciconia.
Mattijs is regelmatig te zien en te horen in producties van het Nederlands Kamerkoor en Capella Amsterdam. Hij toerde met Bach Collegium Japan door Europa en de Verenigde Staten en was als solist te horen in concerten en radio-opnames met Reinbert de Leeuw, Nikolaus Harnoncourt en Risto Joost.

Pablo Gregorian
De Armeens-Nederlandse tenor Pablo Gregorian is zowel solist als ensemblezanger en heeft een breed repertoire in zowel oratorium, opera als lied. Na het behalen van zijn masterdiploma’s in Theoretische Natuurkunde en Geofysica aan de Universiteit Utrecht, studeerde hij zang aan de Oude Muziekafdeling van het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Op dit moment rondt hij de masteropleiding zang af op CODARTS te Rotterdam bij Marcel Reijans.
Als solist zong Pablo Gregorian onder andere met het Apollo Ensemble, met leden van het Koninklijk Concertgebouworkest en in een aantal volledig geënsceneerde barokopera’s onder leiding van Michael Chance. Als liedzanger was hij te horen op het Internationaal Kamermuziekfestival Schiermonnikoog. Ook vormt hij een duo met (forte)pianiste, klaveciniste en barokharpiste Henriëtte Wirth. Hiernaast is hij als ensemblezanger verbonden aan de Nederlandse Bachvereniging.
Volgend seizoen is Pablo Gregorian te horen als Alessandro in een semi-concertante uitvoering van Mozart’s opera Il rè pastore door Domestica Rotterdam. Daarnaast zingt hij in The Apocalyps: the opera that Bach never wrote, een samenwerking van OPERA2DAY en de Nederlandse Bachvereniging. Met pianiste Henriëtte Wirth staan uitvoeringen van die Schöne Müllerin van Schubert op het programma. Ook soleert hij bij het Apollo Ensemble in het oratorium Esther van Händel en zingt hij als ensemblelid bij de Nederlandse Bachvereniging in de zaterdagmatinee van het Concertgebouw met Graun’s der Tod Jesu.

Patrick Henckens
Sinds zijn debuut in 2006 in „Le Nozze di Figaro“ onder Nikolaus Harnoncourt is de lyrische tenor Patrick Henckens jaarlijks te gast bij de Salzburger Festspiele. Ook in 2011 was hij hier weer als Basilio te horen. Bij de Händel Festspiele van het Badische Staatstheater in Karlsruhe is hij eveneens een graag geziene gast. Dit seizoen debuteerde hij als Tamino aan het Teatro Colón in Buenos Aires.
Patrick Henckens studeerde aanvankelijk schoolmuziek en orkestdirektie, daarna solozang bij Mya Besselink aan het Maastrichts Conservatorium. Het winnen van twee prijzen bij het Christina Deutecom concours in Enschede stelde hem in staat te studeren bij Stuart Burrows in Cardiff. Na zijn studie werd hij aan de theaters van Gelsenkirchen, Heidelberg en Bonn gecontracteerd. Het zwaartepunt van zijn repertoire vormen de lyrische Mozart rollen; Tamino, Belmonte, Ferrando, Arbace, en Oebalus. Als Conte d’Almaviva in „Il barbiere di Siviglia“, een rol, die hem op het lijf geschreven is, was hij in Bonn, Essen en aan de Komische Oper in Berlijn te horen. Naast vele andere rollen en diverse rollen in opera’s van Händel completeren ook zelden gespeelde barokopera’s het veelzijdige repertoire van Patrick Henckens: Don Pedro in „L’Europe galante“ van Campra, Castor in „Castor et Pollux“ van Rameau, Medoro in „Orlando furioso“ van Vivaldi en Policares in „Die großmütige Tomyris“ van Keiser.
Patrick Henckens was wereldwijd te gast op vele festivals, o.a in Wiesbaden, Halle, Rheingau, Eisenstadt, Lourdes, Luzern, Salzburg en Japan.
Als concertzanger werkte Patrick Henckens in het binnen- en buitenland met vele gerenommeerde dirigenten. Zo zong hij het Weihnachtsoratorium en Magnificat in München onder Enoch zu Guttenberg, Paulus onder Bruno Weil, Elias onder Wolfgang Gönnenwein, het Weihnachtsoratorium ook in Köln, Malmö en in Leiden onder Paul Goodman, „Leonore“ van Beethoven in Bonn onder Peter Gülke, Mozart’s Krönungsmesse in Strasbourg onder Christoph Spering, Schumann’s „Das Paradies und die Peri“ in Turijn oder Jeffrey Tate en „Szenen aus Goethes Faust“ in Salzburg onder Claudio Abbado. In nederland zong hij ook veelvuldig de tenoraria’s in Bach’s Matthäuspassion alsmede de evangelist in de Johannespassion.
Radio- en televisieopnamen maakte hij o.a voor de Hessischer Rundfunk (Messias), de AVRO, RTVE in Madrid (Matthäuspassion) en Radio France in Parijs. Bij het Mozartfest in Würzburg zong hij de titelrol in Mozart’s „La clemenza di Tito“, in het concertgebouw te Amsterdam van dezelfde componist „Il Re Pastore“ en „Der Schauspieldirektor“ als ook Medelssohn’s „Erste Walpurgisnacht“. Door Marc Minkowski en Les Musiciens du Louvre werd hij uitgenodigd als solist mee te werken aan twee CD opnames voor het Archiv label van Deutsche Grammophon; het Te Deum en de Messe de Minuit van Charpentier en het Dixit Dominus van Händel. Ook verscheen bij Deutsche Grammophon de integrale opname van „Le Nozze di Figaro“ van de Salzburger Festspiele, waarop Patrick Henckens de rol van Basilio inclusief aria zingt.
Een verder zwaartepunt in zijn repertoire vormt voor Patrick Henckens het werk van Georg Friedrich Händel. Vermeldenswaardig is hierbij vooral de cyclus van geensceneerde oratoria van de componist aan de opera in Bonn onder de leiding van Jos van Veldhoven. Hierin zong Patrick Henckens de rollen van Jonathan („Saul“) en de titelrol in Jephtha, waarvoor hij in de vakpers uiterst lovende kritieken ontving. Jephtha zong hij daarop ook met de Bachakademie Stuttgart onder Helmut Rilling. Met werken als „Messiah“, „Judas Maccabeus“, „Belshazzar“, „Alexander’s Feast“, „Dixit Dominus“, „Lotario“, „Radamisto“ en „Alcina“ trad hij op in o.a Oslo, Helsingborg, Kopenhagen, Bologna, Nürnberg, Karlsruhe en Amerika.

Peter Gijsbertsen
De tenor Peter Gijsbertsen voltooide in 2006 zijn conservatoriumstudie solozang. Hij zet zijn studie voort bij bas-bariton Harry Peeters en vocal coach Gilbert den Broeder. Hij volgde lessen bij Cristina Deutekom en Betty Schuurman. In mei 2009 nam Peter deel aan de Samling Foundation Masterclasses o.l.v. Sir Thomas Allen en is daarop gevraagd voor concerten in de Wigmore Hall te Londen. In 2007 was Peter in Glyndebourne de winnaar van de John Christie Award.
Onder zijn reeds uitgevoerde opera repertoire behoren Gomatz in Zaïde (Opera Trionfo), Joe in La fanciulla del West, Le petit Vieillard in L’enfant et les sortilèges, Licone in Orlando Paladino, 2e tenor in Chant sur la mort de Haydn en Strozzi/Cavaliere in Caterina Cornaro van Donizetti (Zaterdag Matinees), Lucano en Liberto in L’incoronazione di Poppea van Monteverdi, der Junge Seemann in Tristan und Isolde en Maintop in Billy Budd van Britten (Glyndebourne Opera Festival), Alméric in Iolanta (London Philharmonic Orchestra), Gernando in L’isola disabitata van Haydn (Nationale Reisopera) en Balthasar Zorn in Die Meistersinger von Nuernberg van Wagner (Theater Kiel).
In 2008 maakte Peter samen met Gilbert den Broeder zijn recitaldebuut bij het Grachtenfestival te Amsterdam waarop zij subiet werden teruggevraagd voor het volgende seizoen. Beide jaren werd hij genomineerd voor de Grachtenfestivalprijs voor jonge talentvolle musici.
Onder het uitgevoerde oratoriumrepertoire behoren onder meer de aria’s in de Matthäus Passion van Bach (Brabants Orkest), de tenorsolo in Pulcinella van Stravinsky (Rotterdams Philharmonisch Orkest) en de tenorsolo in de Vigilia van Rautavaara (Groot Omroepkoor).
Op de agenda staan o.a. de aria’s in de Matthäus Passion van Bach (Koninklijk Concertgebouworkest), Graf Albert in Die tote Stadt van Korngold (ABAO Bilbao), principal tenor in The Fairy Queen van Purcell en Novice in Billy Budd van Britten (Glyndebourne Festival Opera).

Peter Vos
Lyrische tenor Peter Vos heeft een ruime oratorium en concert ervaring. Hij wordt veelvuldig geroemd vanwege zijn warme en dynamische Evangelisten-vertolkingen alsook voor de aria’s in J.S. Bach’s Passionen, eveneens de hohe Messe, Weihnachts Oratorium, Magnificat en vele Cantates; om daarnaast verder te noemen: Dvorak: Stabat Mater; Franck: les sept dernières paroles du Christ en croix; Rossini: Petite messe Solennelle; Mendelssohn: Elias; Händel: Messiah, Ode to st Cecilia’s day, Israel in Egypt; Haydn: Die Schöpfung/The Creation, Theresienmesse, Paukenmesse, Sieben letzte Worte, e.v.a.; Mozart: Requiem, Missa in Cmin, Krönungsmesse e.v.a.; Puccini: Messa di Gloria; Gounod: Requiem in C, Messe Solenne de Sainte Cécile; Ramirez: Misa Criolla; Maunder: Olivet to Calvary; Graun: der Tod Jesu; e.v.a.
Hij genoot, naast en na een succesvol afgeronde studie geneeskunde, zijn zangopleiding bij sopraan Christa Wolfs-Van den Bosch, tenor en dirigent Jos van Eyck en Wagner-tenor Manfred Jung tot medio 2008. Van 2010 tot aan diens plotse overlijden in 2012 werd hij gecoacht door tenor en dirigent Hein Meens. Deze introduceerde Peter in het boeiende Bach-repertoire. Hij volgde masterclasses bij John Bröcheler, Manfred Jung, Kurt Moll en interpretatielessen bij Joop Schets, Paul Waerts en Jan Joost van Elburg. Vanaf 2016 maakt hij jaarlijks succesvolle muziektournees door o.a. China, Noord Italië, Noorwegen en Hongarije.
Daarnaast zong hij een verscheidenheid aan Opera-, Operette- en Musicalrollen in vele talen in binnen- en buitenland.
Hij werkte samen met vele dirigenten als Jean-Yves Ossonce, Marco Zambelli, Raymond Janssen, Laurent Wagner, Ivan Anguélov, Ludo Claesen, Jos Vermunt, Jan Stulen, Joop Schets, Paul Waerts, Toon de Graaf, Johan Sonneveld, Jan Joost van Elburg, Rob Meijer, Joop Boerstoel, Marcel den Dulk, Marcel Joosen, Pim Overduin, Hein Meens, Nico van der Meel, e.v.a.
Peter combineert een inspirerende zangpraktijk met zijn werkzaamheden als arts voor mensen met een verstandelijke beperking.

Rein Kolpa
De tenor Rein Kolpa kreeg zijn opleiding aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam, waar hij de drama (opera)-opleiding volgde en in 1992 zijn eindexamen Solozang Docerend Musicus behaalde bij Margreet Honig. Hij volgde zomercursussen bij het Europees Centrum voor Opera en Vocale Kunst te Gent en bij het Internationaal Opera Centrum Nederland. Bij Kurt Equiluz en Anthony Rolfe Johnson volgde hij masterclasses. Tevens volgde hij verschillende acteercursussen bij bekende acteurs.
Van 1992 t/m 1994 had Rein Kolpa een contract bij de studio van de Opera van Keulen. Hier werd hij begeleidt door Hans Sotin en breidde hij zijn operarepertoire uit met o.a. rollen uit Henzes Der Prinz von Homburg (1e Officier), Die Zauberflöte für Kinder (Tamino), La Finta Semplice (Fracasso), Ariadne auf Naxos (Scaramuccio), Lohengrin en Monteverdi’s L’Incoronazione di Poppea (diverse rollen); deze laatste produktie werd gedirigeerd door René Jacobs. In de nieuwe Kupfer/Conlon-produktie van Shostakovitschs Die Nase speelde en zong Rein Kolpa zes verschillende kleine rollen. Ook vertolkte hij de rol van Jacquino in Beethovens Fidelio in de Neugebauer/Zagrosek-produktie.
In 1990 maakte Rein Kolpa zijn debuut bij De Nederlandse Opera als Knappe in Parsifal onder Hartmut Haenchen. In 1992 zong en speelde hij bij De Nederlandse Opera 1st Friend in de wereldpremiere van Life with an Idiot van Schnittke (onder leiding van Rostropovitsch). Bij de Vlaamse Opera was de tenor te horen in de Rosenkavalier-produktie (Valzacchi) en vertolkte hij daar Uldino in Verdi’s Attila.
Bij Opera Zuid zong hij rollen in de producties van Tosca en Martinu’s Julietta, bij de Hoofdstad Operette was hij in Viktoria und ihr Husar te horen, en speelde hij de rol van “Pappacoda” in Eine Nacht in Venedig. Ook werkte hij mee aan nog een serie Wien bleibt Wien.
Bij de Nationale Reisopera zong Rein ondermeer Don Curzio in Le Nozze di Figaro, Toby Higgins in Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny en een aantal rollen in “Orfeo” van Monteverdi. Ook zong hij in drie serie’s Wien bleibt Wien met Marco Bakker waarvan een CD-opname gemaakt is.
Op het Broomhill Festival in Engeland was de tenor te horen/zien als Brighella/Tanzmeister in Ariadne onder leiding van Nicholas Cleobury en regisseur Jonathan Miller; en in de rol van Flute in Brittens A Midsummernights Dream en in het Chichester Festival zong hij in Don Giovanni (Don Ottavio). Rein was in I Pagliacci te zien als Beppe in de AHOY-produktie van The Companions.
In de Opera van Braunschweig zong hij in Salomé (1e en 4e Jood) en Norma (Flavio). Tevens werkte hij mee aan een serie operette-concerten onder de titel Wien bleibt Wien. Hij besloot het seizoen met
Rein Kolpa heeft ook vele musicalproducties op zijn repertoire staan. Sinds zijn Nederlands/Vlaamse debuut als o.a. “Jekyll” in Jekyll and Hyde bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen speelde hij “Marius” in Les Miserables in Antwerpen (Music Hall), “Freddy” in My Fair Lady, “Billy Lawlor” in 42nd Street (Stage Entertainment), “Prins” in Sneeuwwitje (Studio 100), “Aramis” in 3 Musketiers (Stage Entertainment), Papa LePlee in Piaf (V&V Entertainment) en Kapitein von Trapp in de Sound of Music (V&V Entertainment).
Rein Kolpa heeft vrijwel alle grote oratoria op zijn repertoire staan en heeft veel concerten met bekende dirigenten in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Italië gezongen.
Rein Kolpa is initiatiefnemer van het Nederlands Operette Theater waarbij te zien was als “Frick” en “De Braziliaan” in La Vie Parisienne. Ook heeft Rein de rol van “Cornelis Tromp” gezongen en gespeeld in de moderne opera Bestevaer over Michiel de Ruyter en Cornelis Tromp t.g.v. het “De Ruyter-jaar”. In Februari 2011 was Rein afwisselend te zien als “Alfred” en “Eisenstein” in Die Fledermaus in de grotere theaters van Nederland en België.

Robert Luts

Seil Kim
“nobel, warm en meesterlijk gecontroleerde stem” – Der Landbote, Switzerland
“intelligent zingende tenor”- Brabants Dagblad, Netherlands,
“absolute heldere dictie, grote muzikaliteit, kortom een kwaliteitsstem”, KS Thomas Quasthoff
Door de Arts Council Korea werd hij een leidend koreaans artiest genoemd. Tenor Seil Kim heeft een zeer breed repertoire opgebouwd zowel op gebied van opera, als concert en oratorium, maar ook het liedrepertoire reikt van barok tot modern, waarin hij niet beperkt wordt door periode, genre of taal. Hij trad vaak op in Europa, Azie, zoals onder andere in het Concertgebouw Amsterdam, Festspielhaus in Baden-Baden, Musikverein in Wenen, Staatsoper in Berlijn, Tonhalle in Zürich, Händelfestival in Luzern, en Seoul Arts Center.
Seil Kim won diverse prijzen. Zo was hij winnaar van het Internationaal Schubert Concours in Osaka, hij won de tweede prijs bij het Maria Callas Concours in Athene, de derde prijs bij de competitie bij Thomas Quasthoff voor “Das Lied” in Berlijn. Verder won hij tweemaal de Zwitserse Migros Prize en ook tweemaal de Kiefer Hablitzel Price in Zwitserland. Bovendien ontving hij de Best Vocal Prize bij het Verbier Festival en de eerste prijs bij de Kiwanis Lied Duo Competition.
In 2010 ontving hij de prijs van de Vrienden van het Lied bij het Internationaal Vocalisten Concours in Den Bosch.
Seil’s docenten waren o.a. Nicolai Gedda, Franco Corelli, Eric Tappy en Scot Weir.
Geboren in Seoul ontving hij het diploma van het Conservatorium die Santa Cecilia in Rome en een concertdiploma van het Conservatoire de Musique in Geneve. Vervolgens behaalde hij aan de Zurcher University of the Arts het solistendiploma als “Musiker”. Gedurende het seizoen 2007 – 2008 vervolgde Seil Kim zijn carrière als lid van de Nederlandse Opera Studio en werd hij zeer gewaardeerd bij het Ravinia Festival in the USA.
Onlangs gaf hij een succesvol liedrecital in Nederland en België, begeleid door pianist Rudolf Jansen.